Zakkenroller heeft in Venezuela geen toekomst
De inflatie in Venezuela komt dit jaar uit op ongeveer 720 procent. Geld is bijna niets meer waard. Winkeliers tellen de bergen bankbiljetten die klanten op de toonbank deponeren niet meer na, maar wegen de stapel papier om de waarde te bepalen.
Honderd bolivar, het grootste biljet van de nationale munteenheid, heeft een reële waarde van slechts enkele eurocenten. Portemonnees en portefeuilles zijn zinloze gebruiksvoorwerpen geworden en nagenoeg verdwenen uit het stadsbeeld. Bergen bankbiljetten zitten in handtassen en zelfs in rugzakken. Zakkenrollers hebben geen reden van bestaan meer in het socialistische Venezuela.
Het Zuid-Amerikaanse land raakte in de problemen sinds in 2014 de prijs van olie begon te dalen. Olie bepaalt ’s lands export voor liefst 95 procent. President Nicolás Maduro liet de geldpersen overuren maken, met hyperinflatie als gevolg. Er is wel geld, maar de tegenwaarde ontbreekt, schrijft The Independent.