Dat meldde de gemeente Veere, waar Domburg onder valt, gisteren. De helft van het schilderij wordt bepaald door een enorme knolraap waaruit een bos loof groeit. Op de achtergrond prijken enkele huizen, een molen, duinen en een kerk met toren. Het gebeurt niet vaak dat een schilderij uit die tijd is voorzien van een datum.

Op de lijst van het schilderij staat een gedicht:

Siet Godts wonderwerck, in dees rape gewrocht;

In Walchren gegróijt, bij Domborch voort gebrocht .

Sij woegh XI pont en een half en een achtste effen,

Wat schepsel, wat verstant, wat menschelijke kracht

Heeft oijt het minste loof na leven connen treffen,

Wilt den alwijsen Godt in dit gewas verheffen.

De raap is dus in Domburg geoogst en was bijna 6 kilo zwaar. De dichter zegt dat God hiervoor de eer moet krijgen.

In het grootste deel van Zeeland wordt dankdag voor gewas en arbeid op de laatste woensdag in november gehouden. Er zijn aanwijzingen dat dit in de zeventiende eeuw de laatste donderdag betrof. Mogelijk is het doek dus een dankdagschilderij.