Met bijbaantjes betaalde Titus zelf de kosten van school
Wat veel Pokotjongens niet lukt op eigen kracht, daarin slaagde Kipto Young Titus wél: hij ging op eigen houtje naar school en weigerde zijn leven nog langer tussen de koeien te slijten.
Titus (19) toont zich een bescheiden jongeman als ik hem spreek op het terrein van het ZOA-kantoor in Amudat, een district in het noordoosten van Uganda. Terwijl hij toch een indrukwekkend verhaal te vertellen heeft.
Titus was 4 toen zijn beide ouders stierven en hij met zijn zusje van 2 achterbleef. Ze kwamen onder de hoede van een oom en tante en die wisten zijn bestemming wel: koewachter.
Op zijn tiende was het zover en werd Titus het veld ingestuurd om vee te hoeden. Hij heeft slechte herinneringen aan die tijd. „Het was een leven vol angst vanwege de berovingen door leden van de Karamajong, een stam in de buurt.” Angstaanjagend was het als Titus en de andere jongens ’s avonds door krijgers werden overvallen en ze het op een lopen moesten zetten om niet gedood te worden.
Roofdieren
En dan waren er nog de roofdieren –luipaarden, leeuwen– die op de loer lagen om vee te pakken te krijgen. Verder was er honger, want de jongens moesten zelf aan voedsel komen, en dat viel niet mee. Wat wél rijkelijk voorhanden was: verse koemelk. Dat was dan ook wat Titus alle dagen dronk. Dat hij zijn maag kon vullen met warme melk is een van de weinige prettige herinneringen van Titus aan die tijd. Nog lekkerder (en energie gevend) was de melk als die vermengd was met vers bloed van een koe. Door een ader in de nek van zo’n dier iets in te snijden en het bloed op te vangen, was ook dat altijd voorhanden.
Titus’ weerzin tegen het leven als koewachter werd er niet minder door. En toen enkele vriendjes hem vertelden dat hij naar school kon gaan om een echt beroep te leren, wist Titus het: hij moest en zou de schoolbanken ingaan.
Zijn oom reageerde woedend toen hij over zijn plan vertelde. Als hij naar school ging, hoefde hij niet meer op enige zorg van hem te rekenen, kreeg hij te horen. Titus –inmiddels 14– zette door en meldde zich aan bij de basisschool in het dorp Loro. Waarvoor hij wilde gaan leren wist hij al: piloot. „Als koewachter zag ik iedere dag hoog boven me een witte stip overkomen. Ik wist niet wat ik hoorde toen mijn oom vertelde dat daar mensen in zaten!” Nu hij naar school gaat wil hij maar één ding: vlieger worden in zo’n vliegtuig.
Lees hier meer over het verhaal van Titus.
Onze RD-actie in een notendop
“Alle kinderen in Uganda naar school”, zo luidt het motto van de RD-lezersactie van dit jaar. Daarin werken drie christelijke organisaties uit Nederland nauw samen: ZOA, NET Foundation en Light for the World. Samen nemen ze deel aan een uniek project om zo veel mogelijk kinderen naar school te laten gaan.
Dat gebeurt in twee afgelegen en achtergebleven gebieden in het noorden van Uganda: Nwoya, waar de wrede terreurbeweging Leger van de Heer jarenlang huishield, en Amudat, waar tientallen jaren bloedige veeoorlogen plaatsvonden. Vooral kinderen zijn de dupe van de ontwikkelingsachterstand die al dit geweld tot gevolg had.
Nu steeds meer ouders in deze gebieden het belang van onderwijs waarderen als weg bij uitstek richting een waardig leven voor hun kinderen, willen we juist hen helpen met onze actie. Speciale aandacht krijgen daarbij jonge meisjes bij de Pokot (in Amudat) evenals de vele koewachtertjes onder de jongens daar. Bijzonder is ook dat gehandicapte kinderen in zowel Amudat als Nwoya een plek hebben in onze actie.