De vrouw had een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens. Dat oordeelde dinsdag dat het uitzendcontract met de vrouw ten onrechte was beëindigd. Volgens de wet mogen jonge moeders die weer aan het werk zijn gegaan, onder werktijd kolven óf borstvoeding geven totdat hun kind negen maanden is. De gemeente respecteert dat, maar zegt dat er meer aan de hand was.

De vrouw zei na terugkeer op de afdeling klantenservice dat ze haar baby thuis borstvoeding wilde gaan geven. Dat mocht, voor één dag. Daarna zouden er nadere afspraken over worden gemaakt. Volgens de gemeente vertrok de vrouw echter op de tweede werkdag zonder overleg naar huis om te voeden. Dat was voor de gemeente aanleiding om het contract met de vrouw te beëindigen.

Het College voor de Rechten van de Mens zegt dat de vrouw beter voor haar terugkeer had kunnen melden thuis borstvoeding te willen geven, maar vindt de kwestie niet ernstig genoeg voor ontslag.