Proces tegen verdachte moord Cox begonnen
In de Britse hoofdstad Londen is maandag het proces begonnen tegen de man die ervan wordt verdacht parlementariër Jo Cox te hebben vermoord. Thomas Mair schoot de 41-jarige moeder van twee kinderen een week voor het referendum over de brexit neer en ging haar met een mes te lijf. Cox voerde campagne tegen het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU.
De 53-jarige Mair wordt beschuldigd van moord op Cox en het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel bij Bernard Carter-Kenny, die probeerde de politica te helpen. Het Openbaar Ministerie heeft de verdachte ook het bezit van een vuurwapen en een dolk ten laste gelegd.
Mair zou tegen de politie hebben gezegd dat hij een politieke activist was en bovendien iets in de trant van ‘ik was het’, zei aanklager Richard Whittam. Bij Mair thuis werden documenten gevonden over onder andere nazi-Duitsland en schietpartijen en liquidaties. Ook zou hij informatie hebben opgezocht over de Ku Klux Klan en de Waffen SS. „Thomas Mair had overduidelijk overtuigingen die een motief vormen, uiteraard totaal verkeerde, om te moorden”, aldus Whittam.
De aanklager haalde ook getuigenverklaringen aan. Diverse getuigen zouden hebben gehoord dat Mair na zijn daad „Britain first” (Groot-Brittannië eerst!) bleef roepen. Een naaste medewerker van Cox verklaarde dat Mair zei: „Groot-Brittannië eerst. Dit is voor Groot-Brittannië, Groot-Brittannië moet altijd als eerste komen.”