Monumentenaftrek blijft voorlopig toch
Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gaat de fiscale aftrek voor monumentenonderhoud en die voor scholing voorlopig niet schrappen.
Ze komt daarmee tegemoet aan de wens van de Kamer en aan monumenteneigenaren die zich grote zorgen maakten over de toekomst van erfgoed.
Woensdag zei Matteo Visser, eigenaar van een monumentaal pand in Dordrecht, in het Reformatorisch Dagblad dat het de vraag is of het onderhoud van rijksmonumenten wel betaalbaar blijft als de plannen zouden doorgaan. Monumenteneigenaren mogen 80 procent van de kosten van restauratie en groot onderhoud aftrekken van hun belastbaar inkomen. Het kabinet wilde de belastingaftrek vervangen door een subsidieregeling.
Bussemaker ziet daar voor volgend jaar in ieder geval vanaf, blijkt uit de brief die de minister woensdag aan de Kamer stuurde. Daarvoor moet ze nog wel 25 miljoen euro op haar begroting zien te vinden. Dat bedrag kan nog hoger worden omdat zij vreest dat eigenaren van monumentenpanden nu versneld werkzaamheden gaan uitvoeren.
Oppositiepartijen CDA, D66, ChristenUnie en SP vonden het plan om de monumentenaftrek te schrappen te onduidelijk en niet goed onderbouwd.
Het stoppen van de scholingsaftrek, dat eveneens op de lange baan wordt geschoven, is een regeling die werknemers moet stimuleren een opleiding te volgen. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) maken vooral hoger opgeleiden gebruik van deze maatregel en is de regeling niet effectief en ondoelmatig.
Bussemaker gaat de komende tijd werken aan nieuwe voorstellen om beide fiscale aftrekregelingen te vervangen.