Doden door rebellenoffensief in Aleppo
Rebellerende groeperingen hebben hun offensief in Aleppo donderdag uitgebreid om het beleg van de door hen gecontroleerde wijken in het oosten van de Syrische stad te doorbreken. Daardoor zijn verscheidene slachtoffers gevallen. Het Syrisch Observatorium voor Mensenrechten meldde dat ten minste vijftien burgers om het leven zijn gekomen en meer dan 120 anderen gewond zijn geraakt.
De opstandelingen die af willen van president Bashar al-Assad gingen naar eigen zeggen de tweede aanvalsfase in. Volgens getuigen ging die gepaard met drie zelfmoordaanslagen met auto’s vol explosieven. Het zou hebben geleid tot hevige gevechten in westelijke delen van Aleppo, waar regeringstroepen de dienst uitmaken. Het Syrisch staatspersbureau SANA sprak van zware granaatbeschietingen door terroristen.
Syrië en bondgenoot Rusland hebben voor vrijdag een wapenstilstand afgekondigd. Ze zullen gedurende tien uur geen luchtaanvallen uitvoeren, om inwoners en opstandelingen de gelegenheid te geven Aleppo te verlaten. Boven de stad zijn een half miljoen pamfletten uitgestrooid om de mensen in het belegerde oosten te wijzen op de veilige corridors. Dat heeft de Russische generaal Sergej Roedskoi donderdag gezegd in Moskou.
Het is onduidelijk of Rusland na de adempauze de bombardementen weer hervat. In legerkringen was te horen dat als de oppositie de stad niet heeft verlaten, er een begin kan worden gemaakt met „zuiveringen tegen terroristen”. In Oost-Aleppo worden volgens schattingen nog zeker 250.000 mensen belegerd.