VN-missie meed risico’s tijdens bloedbad Juba
VN-militairen die in Zuid-Sudan burgers moesten beschermen, stelden zich ‘risicomijdend’ op toen militairen van het regeringsleger afgelopen zomer een bloedbad aanrichtten onder burgers. Er was een compleet gebrek aan leiderschap, de blauwhelmen waren slecht voorbereid en de samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de missie was gebrekkig.
Die harde conclusies trekt de Nederlandse generaal-majoor buiten dienst Patrick Cammaert, die de moordpartij in opdracht van de VN heeft onderzocht. In drie dagen kwamen volgens voorzichtige schattingen 73 mensen om het leven door de geweldsuitbarsting in Juba, de hoofdstad van het Afrikaanse land.
Een deel van de slachtoffers viel op VN-terreinen, waar burgers juist veiligheid zochten. Op een van die terreinen werden in totaal 180 gebouwen geraakt door kogels, mortiergranaten en ander wapentuig.
Zuid-Sudan werd in 2011 onafhankelijk van Sudan. Twee jaar later stortten rivaliserende leiders de jongste staat ter wereld in een burgeroorlog. De kemphanen, president Salva Kiir en zijn voormalige vicepresident Riek Machar, sloten vorig jaar een vredesakkoord, maar dat was geen lang leven beschoren.
VN-chef Ban Ki-moon is „diep verontrust” door de „alarmerende bevindingen” en belooft maatregelen. Tegelijkertijd benadrukte hij dat de VN-missie de afgelopen jaren honderdduizenden levens heeft weten te redden.