„Strafhof moet ISIS-strijders vervolgen”
Fatou Bensouda, de openbare aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag, zou alsnog werk moeten maken van het opsporen en vervolgen van de buitenlandse strijders van ISIS. Dat vindt een groep van drie parlementariërs, onder wie CDA-Tweede Kamerlid Omtzigt.
Donderdag ontving Bensouda van de drie een hartenkreet, waarin ze wordt gemaand haast te maken. April vorig jaar weigerde de aanklager nog in actie te komen. Strafzaken aangaande ISIS moesten volgens haar bij het hof worden aangebracht door de VN-veiligheidsraad.
Maar, zo stellen Omzigt, Lord David Alton en Lars Adaktusson, omdat de VN-veiligheidsraad aangaande ISIS in een impasse verkeert, liggen initiatieven vanuit dit orgaan voorlopig niet voor de hand. Duidelijk is verder geworden dat de ISIS-strijders de nationaliteit hebben van een van de landen die het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof hebben ondertekend: Nederland, Zweden, Groot-Brittannië, Frankrijk of Tunesië.
De drie roepen verder in herinnering dat de parlementaire assemblee van de raad van Europa eerder deze maand Bensouda opriep haar mandaat voor het mogen vervolgen van ISIS-strijders serieus te nemen.
De oproep van Omtzigt, Alton en Adaktusson wordt ondersteund door de Alliance Defending Freedom, een groep van juristen die zich wereldwijd inzet voor godsdienstvrijheid en de rechten van religieuze minderheden. „Het Internationale Hof moet zich richten op de ernstigste schendingen van de godsdienstvrijheid. Dan is het teleurstellend dat het niets onderneemt wanneer er al sinds 2014 een genocide, gericht tegen christenen en yezidi’s, gaande is”, aldus Laurence Wilkinson van ADF. „Er is objectief bewijs en het mandaat van het hof is duidelijk. Het is zaak bewijs te verzamelen nu het nog te verkrijgen is. Haast is geboden. Het vervolgen van genocideslachtoffers en het vervolgen van de daders kan geen uitstel lijden.”