Zie de mens in Zwolle in honderd portretten
Honderd jaar in honderd gezichten; dat is kort gezegd de tentoonstelling ”Zie de mens” in Museum de Fundatie in Zwolle. De enorme portrettengalerij schetst „een beeld van de ontwikkeling van de mens in honderd jaar, in al zijn sociale, politieke en artistieke rijkdom”, in de woorden van het museum. Maar daar valt meer bij te zeggen.
De Fundatie verrast, voor wie een reeks schilderijen met fraaie koppen verwacht. Een goudkleurig bronzen ei is het eerste portret van de expositie. Brancusi’s ”Le Nouveau-Né” maakt direct duidelijk dat dit een tentoonstelling met een verhaal is. Het is de geschiedenis van het portret, die juist zo’n honderd jaar geleden een wending neemt.
Begin twintigste eeuw nemen kunstenaars de vrijheid om de geportretteerde niet langer af te beelden zoals de opdrachtgever dat wenst. Waar hij eerder dienstbaar moest zijn, maakt de kunstenaar dan gebruik van zijn vrije expressie. Het portret wordt drager van een verhaal. Samensteller Hans den Hartog Jager, kunstcriticus en schrijver, heeft om die reden ook moeite met de aanduiding portret. „Er valt geen eenduidige definitie te geven van dat woord, maar een beter woord kan ik niet bedenken.”
Vragen
De zwart-witfoto van een meisje dat haar hoofd een tikje schuin houdt, gevat in een knalgele lijst, doet aandoenlijk aan. Het lijkt een normale foto van een driejarige. Maar de Engelse kunstenaar Gillian Wearing (1963) transformeert zichzelf naar een andere leeftijd en maakt zo een zelfportret van haar 3-jarige ik. Achter haar siliconenmasker zijn de ogen van de volwassen Wearing te zien. Wie is hier nu zichtbaar: het kind of de volwassene? Veertig jaar eerder maakt de nu 84-jarige Gerhard Richter ook een zwart-witportret, in viervoud, van de gynaecoloog dr. Knoblauch. Maar in welk van de portretten die verdacht veel lijken op foto’s maar toch echt geschilderd zijn, zien we nu de ware dr. Knoblauch?
Grote namen zijn in deze expositie goed vertegenwoordigd: Bacon, Brancusi, Picasso, Warhol en Casorati. Fundatiedirecteur Ralph Keuning: „We wilden geen overzicht met een laag niveau kunst uit depots van aanpalende musea. We hebben moeten vechten en bedelen en alle registers open moeten te trekken. We hebben hoog gemikt én hoog geraakt.” Daarmee haalde de Fundatie ook prominente schilderijen uit de vaste collectie van collega-musea binnen.
Verbinding
De verschillende zalen en kabinetten in het voormalige Paleis van Justitie aan de Blijmarkt in Zwolle ademen elk hun eigen sfeer. Van groot en dramatisch tot intiem en kwetsbaar. Daarmee is de expositie ”Zie de mens” niet alleen een reeks portretten maar ontmoet de kijker er bij elk werk een persoon, een stukje uit de tijd, een deel van de geschiedenis.
Samensteller Den Hartog Jager ontdekt, naarmate hij langer kijkt, dat een aantal thema’s in het moderne portret opvallend vaak opduiken. Hij ziet er zeven, waaronder realisme, vervorming en symboliek, „maar de kijker mag zijn eigen thema’s en lijnen in de expositie ontdekken”, zegt hij. De bezoeker kan die thema’s zelf vinden door middel van een app die via kleurcodes de werken aan elkaar koppelt, in de begeleidende teksten en in de catalogus.” De chronologie is bij het samenstellen leidend geweest, maar desondanks passen de schilderijen en sculpturen in een ruimte verrassend goed bij elkaar. Zo valt er naast de aangereikte thema’s vaak nog verbinding te leggen in kleur, vorm of compositie. Het zoeken naar die overeenkomsten of tegenstellingen geeft de wandeling door de Fundatie een extra dimensie. Een bezoek dat, ook dankzij de honderd werken, de 11 euro entree meer dan waard is.
En dan is er plotseling de verbinding tussen Brancusi’s ei en Malevitsjs ”vrouwelijke torso”. Terwijl de tegenstelling tussen het gepolijste beeld van Brancusi en het rauwe bewerkte stuk brons van Fautrier, niet groter kan zijn. De ”Grande tête tragique” is drager van lijden, geweld en verminking en vraagt erom getroost te worden.
Een portret per jaar en op het portret moet een persoon afgebeeld zijn, dat zijn de regels die Den Hartog Jager zichzelf oplegde. Er mag dan een groot aantal kunstenaars te zien zijn, het zijn er geen honderd. „Soms heb ik ze expres twee keer gebruikt. Zoals de schilderijen van Constant, waarin je ziet dat de visie op de mens totaal kan veranderen.”
Mens
In de tentoonstelling is –„natuurlijk”, zegt Den Hartog Jager– ook Jezus te zien. Hij kon voor deze tentoonstelling niet om een afbeelding van Jezus heen, vindt hij. Het is ”Jesus Serene” van Marlene Dumas geworden. Niet zonder reden. Dit werk toont niet minder dan 21 portretten die samen één portret moeten vormen. „Dumas zoekt hoe Jezus eruit gezien heeft, al zullen we dat nooit weten. Toch zit er vast een portret bij dat samensmelt met het beeld dat je voor ogen hebt. Hier kun je jouw Jezus componeren. En net zoals deze aquarellen is de zoektocht naar Jezus indringend.”
In dit werkt ligt ook de naam voor de tentoonstelling. „Zie de mens, vind ik een mooie uitdrukking”, zegt Den Hartog Jager. „Het is de verpersoonlijking die Pilatus maakt van Jezus. Hij maakt Hem mens in plaats van God. Daar vindt vernietiging plaats, de mens is kapotgemaakt.” Waarom de kunstcriticus niet gekozen heeft voor het Latijnse ecce homo? „Dat vind ik te verheven; dat zou mensen afschrikken.”
Dat het ook mensen kan afschrikken dat hij voor zijn titel een citaat uit het Johannesevangelie gebruikt, waarin Mens met hoofdletter wordt geschreven, verbaast hem. „Ik zou het heel jammer vinden als mensen om die reden niet komen. Deze tentoonstelling is juist heel ruimdenkend. Ik hoop dat mensen zien dat hier de mens gevierd wordt. De complexiteit van het menselijk bestaan in al zijn facetten.”