Dertig WhatsAppjes of sms’jes na hartstilstand
Sinds hij zich in 2008 aanmeldde als burgerhulpverlener rukte Antoine Hekers zestien keer uit na een melding van een hartstilstand. „Verzekeraars mogen best eens overwegen ons werk te steunen.”
„Als ik word opgeroepen, hang ik meteen op”, waarschuwt Hekers (51) voor het gesprek. De kans dat hij nog moet uitrukken, is overigens niet meer zo heel erg groot, zo wordt gaandeweg duidelijk. In Ospel, kern van de gemeente Nederweert, groeide het netwerk van hulpverleners die kunnen reanimeren sinds 2008 van 12 naar 106.
Trend
Enkele regio’s daargelaten is dat een landelijke trend, zo blijkt uit een vanochtend verschenen rapport van de Hartstichting. De ontwikkeling is belangwekkend; doordat er meer burgerhulpverleners zijn, nemen de overlevingskansen na een hartstilstand toe.
„Na een melding worden er 30 vrijwilligers gemobiliseerd via sms of WhatsApp”, vertelt Hekers. „Een derde deel van hen moet dan rechtstreeks naar het slachtoffer. De rest wordt eerst naar de plek gestuurd waar een automatische externe defibrillator (AED) hangt en gaat dan naar de plek des onheils toe.”
Hekers rukte inmiddels zestien keer uit. Niet bij elke melding kun je nog iets uitrichten, zegt hij. „Ik werd een keer bij een alleenwonende achterbuurman geroepen. Hij lag in de badkamer, maar we konden niets meer doen. Uit de autopsie bleek later dat de dood al zo’n elf uur voordat hij werd gevonden was ingetreden.” Acht van de zestien slachtoffers waar Hekers reanimeerde of daarbij assisteerde, overleefden de hartstilstand.
Stichting
Het rapport dat vanochtend verscheen, laat zien dat het aantal hulpverleners per regio behoorlijk verschilt. De reden? Hekers: „Dat zal sterk afhangen van de vraag of je de inwoners van een dorp bij het onderwerp kunt betrekken. In de periode 2011-2012 waren er hier in de gemeente een paar meldingen van een hartstilstand na elkaar. Dat maakte de mensen best angstig. Toch veranderde er vrij weinig. Iedereen keek naar de gemeente en ging na verloop van tijd toch weer over tot de orde van de dag.”
De ommekeer kwam toen Hekers met hulp van anderen de burgerhulpverleners in 2013 onderbracht in een stichting. „Zoiets bevordert de slagvaardigheid. Een van onze eerste speerpunten was: meer burgerhulpverleners en meer AED’s, in elk geval in de buitengebieden. Dat is gelukt. Er hangen er nu 37, grotendeels gefinancierd uit initiatieven van burgers en bedrijven. Ik ben er zelf nog de boer voor op geweest.”
Dat de betrokkenheid van zijn dorpsgenoten is gegroeid, betekent niet dat Hekers geen wensen meer heeft. „Ik vraag me weleens af waarom zorgverzekeraars niet wat gretiger zijn om netwerken zoals de onze te financieren. Een snelle reanimatie kan een langdurige revalidatie en dus hoge zorgkosten voorkomen. Dat zou ze toch moeten aanspreken.”
Hekers vindt ook dat scholen meer aan reanimatie moeten doen. „Mij zijn al voorbeelden bekend van kinderen die op school hun certificaat hadden gehaald en korte tijd later thuis moesten optreden, omdat pa of ma een hartstilstand kreeg.”