IS staat tegenover enorme overmacht
De aanval op het strategische IS-bolwerk Mosul is in de nacht van zondag op maandag groots ingezet. De eerste berichten van het front druppelden in de loop van de ochtend door. Koerdische strijders meldden de verovering van een aantal dorpen in de omgeving van de stad. Het Iraakse leger bracht een communiqué uit waarin stond dat IS al zware verliezen aan mankracht en materiaal zijn toegebracht.
Irak heeft 54.000 militairen voor de stad samengebracht. Zij vechten zij aan zij met circa 4000 Koerden. Elders trekken 1500 door Turkije opgeleide strijders ten aanval. De internationale coalitie onder leiding van de VS voert luchtaanvallen op IS-stellingen uit. De terroristen verdedigen de laatste grote stad in Irak die in hun bezit is met 5000 à 7000 man. Toch kan de strijd volgens militaire bronnen in Bagdad „enkele weken” duren.
In de tweede stad van Irak wachtten zo’n anderhalf miljoen inwoners gespannen af op wat komen gaat. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR is bang dat ongeveer een miljoen burgers op het laatste moment Mosul zullen proberen te ontvluchten. Zij houdt rekening met de noodzaak van grootschalige humanitaire hulp. Turkije heeft zich op voorhand bereid verklaard enkele tienduizenden vluchtelingen op te nemen.
De verschillende strijdmachten die IS te lijf gaan, hebben onderling hun zaken niet bepaald op orde. De door Turkije getrainde strijdmacht trekt op ten noorden van Mosul. De stad ligt op slechts 100 kilometer van de Turkse zuidgrens. De Turken vechten feitelijk voor een bufferzone die hun grens en achterliggend gebied beveiligt tegen aanslagen. Maar de Iraakse regering wil niets weten van de Turkse inmenging met haar soevereiniteit en vecht het liever zelf uit. President Erdogan trekt zich daar niets van aan.