Directeur basisschool Elspeet in zijn nopjes met vijf meesters en drie juffen
Niet één meester stond er voor de klas op School met de Bijbel Het Visnet in Grafhorst. Tot afgelopen schooljaar. Toen kwam een man het vrouwenteam versterken. Dat het ook anders kan, weten ze op de Eben-Haëzerschool in Elspeet. Daar is een ruime meerderheid man.
Uniek, zo omschrijft Pieter Wiegel, directeur van de Elspeetse basisschool, de samenstelling van zijn team. Alleen in groep 1 tot en met 3 hebben de kinderen een juf. Daarna volgen tot er en met groep 8 meesters. Bij elkaar hebben die meesters ook nog eens meer dan honderd jaar onderwijservaring. Wiegel: „Als ik het voor het uitkiezen had, zou ik voor dezelfde samenstelling gaan.”
Dat dit niet de dagelijkse praktijk is in Nederland, bleek gisteren op de Dag van de Leraar. Het CBS meldde dat zes van de tien mannen die de pabo hebben afgerond niet voor de klas staan in het basisonderwijs. Tegelijk werd bekend dat de fracties van PvdA, D66, ChristenUnie en SGP graag maatregelen zouden nemen om meer meesters aan het lesgeven te krijgen. Dit moet de langdurige trend waarbij er steeds minder mannen voor de klas staan, doorbreken.
Feest
De Dag van de Leraar betekent feest voor het team van de Eben-Haëzerschool. Tijdens de koffiepauze staan er in de personeelsruimte gebak en een boeket bloemen klaar voor iedere collega. Genietend van het lekkers delen de leerkrachten –liever niet met naam in de krant– hun ervaringen over het mannenteam. Wat de sfeer kenmerkt? Een meester trapt af: „Mannen zijn nuchter. Gemoedelijk.” Een ander vervolgt: „Misschien kun je het vergelijken met een jongens- of een meidenklas. Bij de laatste heb je nog weleens gedoe door emoties. Met veel vrouwen kan dat ook eerder gebeuren.”
De drie vrouwelijke collega’s zijn het ermee eens. Ze waarderen het andere geslacht om de nuchterheid. „Je hoort van teams met veel juffen dat er lang wordt doorgepraat over onderwerpen. De discussies zijn eindeloos. Hier gebeurt dat niet.” Grappend: „Als vrouwen zijn we hier een beetje onderdanig.” „Vergaderingen duren aanmerkelijk korter”, stelt ook Wiegel.
Nippend aan een kop koffie vervolgt een van de meesters: „De mix die wij hebben, is nog gezellig. Maar er moeten niet meer mannen bij komen.” „Het is goed als er mannelijke én vrouwelijke rolmodellen zijn.”
Het aantal meesters zorgt daarnaast voor rust en stabiliteit, vindt de groep. „Het verloop is minder.” „Je hoeft minder nieuwe collega’s in te werken.” „En bij wijze van spreken weten kinderen al wie ze volgend jaar hebben.”
Knuffelgehalte
Schoolleider Wiegel vindt het ook een voordeel dat het bij mannen meestal gaat om kostwinners die fulltime voor de klas staan. „Die kijken niet op een kwartiertje. Juffen zijn vaak parttime bezig en kijken toch eerder op hun horloge. De oppas moet afgelost en de aardappels moeten op tafel.”
Het is voor Wiegel niet per se „noodzakelijk” dat er veel meesters op school zijn. „Juffen leveren prima kwaliteit. Dat is ook mijn ervaring van eerdere scholen.” Sowieso mogen jufs voor de groepen 1 tot en met 3 niet ontbreken. „Vrouwen hebben een hoger knuffelgehalte voor kleuters. Meesters nemen niet snel een kind op schoot.”
Al met al is Wiegel in zijn nopjes met zijn team. „Wat wil je nog meer? We hebben een unieke groep met enorm veel ervaring. En dan nog lesgeven in zo’n mooi schoolgebouw: een wit dorpsschooltje met rieten dak. Maar dat heb je zonder meesters ook wel.”
Vrouwenteam
12.15 uur. De vrije woensdagmiddag lonkt voor de kinderen van School met de Bijbel Het Visnet in Grafhorst. Vanuit een lokaal klinken de laatste tonen van Psalm 42:1. In de gang maken juf Annelien en juf Hanneke een raamschildering. Hoewel er dit lesjaar een meester kwam, hopen de beide juffen op meer. Waarom? Vrijwel direct valt –ook in een vrouwenteam dus– het woord nuchterheid. Juf Annelien: „Mannen zijn zakelijker. Vrouwen willen nog weleens uitweiden. Het is goed om meer meesters te hebben. Ik spreek uit ervaring.” Juf Hanneke: „Ik hoorde eens van een directeur die zei: „Eerst had ik een kippenhok. Toen kwam er een haan bij en ging alles beter.””
Meesters bezitten nog een voordeel, volgens de beide juffen. Ze hebben natuurlijk overwicht. Niet dat juffen dat niet kunnen hebben, haasten ze zich te zeggen. „Maar toch, je ziet het hoe kinderen met een blik vol ontzag naar een meester kunnen kijken.”
Of er ook een voordeel is aan een vrouwenteam? Daar moet het tweetal even over nadenken. Annelien: „Wat wel een mooie kant is dat we erg met elkaar meeleven.” Hanneke: „Ik weet wel zeker dat het te maken heeft met de samenstelling van het team. Jullie zijn veel meer betrokken bij mijn ziek zijn dan vroegere mannelijke collega’s.”
Spiegelen
Juf Jannie –inmiddels dertig jaar leerkracht op de school– vertelt dat het team van Het Visnet al jaren uit balans is. Ook zij ziet liever een „ideale mix” van meesters en juffen. Als ze hoort over het eskader aan meesters in Elspeet kijkt ze verrast op. „Kunnen we er niet wat ruilen? Zeker als je kijkt naar de bovenbouw, daar zouden van mij echt meer mannen mogen komen. En dat bedoel ik niet ten nadele van onze juffen. De werklust, de inzet, de drive bij hen, daar ontbreekt het niet aan.” Het gaat er volgens haar om dat jongens zich willen identificeren met mannen. „Ze spiegelen zich aan hen.”
Directeur Erik van Rees van Het Visnet zegt „geen moeite” te hebben met een vrouwenteam. „Ik ben heel tevreden over de juffen. We hebben in ons team een mooie mix aan persoonlijkheden. Gestructureerde denkers, doorzetters, ”harmonisers”. Als je alleen maar mensen van de laatste soort zou hebben en iedereen gaat voor gezelligheid en een fijne sfeer, dan zit het ook niet goed.”
Voor de toekomst zou Van Rees graag een gezonde balans zien tussen meesters en juffen. „En of de verhouding dan fiftyfifty is of een kwart meester en driekwart juf, dat maakt me niet uit.”
Cijfers over mannen voor de klas
Op 17 procent van de basisscholen is geen of één man te vinden.
Op 60 procent van de scholen werken drie mannen of minder.
Van de leerkrachten merkt 86 procent dat jongens behoefte hebben aan mannen voor de klas.
Van de leerkrachten denkt 62 procent dat ook meisjes een mannelijke leraar nodig hebben.
Van de leerkrachten vindt 91 procent het een slechte zaak dat er weinig mannen werken in het basisonderwijs.
Bron: NOS/enquête CNV Onderwijs 2014/cijfers DUO
„Meesters hebben humor”
Frank Krijgsman (10) uit Elspeet zit in groep 7 van de Eben-Haëzerschool.
„Het is me opgevallen dat we veel meesters hebben. Op andere scholen heb je in hogere klassen ook jufs. Wij niet.
Ik vind meesters leuk, omdat ze meer humor hebben dan juffen. Ze maken veel grappen. Zo pakte er een mijn broodtrommel af terwijl ik het niet zag.
Een juf doet meer creatieve dingen. Dat vind ik ook wel leuk. Een mooie tekenopdracht bijvoorbeeld.”
„Luide en duidelijke stem”
Niels van Rijn (10) uit Elspeet zit in groep 7 van de Eben Haëzerschool.
„Ik vind het leuk dat we veel meesters hebben. Ze kunnen mooi vertellen met het vak geschiedenis. Of een juf dat ook kan, weet ik niet. Maar die hebben in ieder geval niet zo’n luide en duidelijke stem.
Misschien is een juf wel minder snel boos. Niet dat mijn meester dat is. Maar jufs lijken me liever.”
„Jufs zijn minder streng”
Eline Dubyna (8) uit IJsselmuiden zit in groep 5 van Het Visnet.
„Het is leuk om jufs te hebben. Ze zijn meestal minder streng. Daarom kun je dus iets meer doen. En bijvoorbeeld juf Herma is heel goed in handvaardigheid.
Dat er bij ons zo weinig meesters werken, is vooral niet leuk voor de meesters zelf. Ze zitten soms helemaal alleen. Dat er nu een meester voor de klas staat, is gaaf. Mijn zus zit bij hem in de klas, dat vindt ze heel fijn.”
„Ik ben toe aan een meester”
Matthijs de Kruijf (9) uit Grafhorst zit in groep 6 van Het Visnet.
„Ik heb van groep 1 tot en met 6 alleen maar juffen gehad. Ik ben wel een keer toe aan een meester. Misschien volgend jaar. Dat zou leuk zijn, want dat is eens een keer wat anders. Wat aparts. Gelukkig vind ik de jufs ook heel aardig.
Mijn vader is ook meester, op een andere school. Hij gaat weleens met de jongens in de klas een vrachtwagen maken, dat zou ik ook wel willen.”