CSM en Cosun beheersen de complete suikermarkt
De fabrieken van de Suiker Unie (Cosun) en CSM beheren zo goed als de gehele markt. Met de suikerbietentelers worden elk jaar weer vaste prijzen afgesproken. Van een overstap naar de concurrent is nauwelijks sprake, want de boeren leveren of aan de eigen coöperatie Cosun of telen de afgesproken quota voor CSM. De komende tijd zal blijken of het tweetal prijsafspraken heeft gemaakt.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft zich op de suikerwereld gestort. Donderdag werd het kantoor van CSM in Diemen onderzocht. Ook gingen NMa-medewerkers woensdag op bezoek bij de fabriek in Breda. Ook Cosun heeft de NMa op bezoek gehad. Het onderzoek is gericht op prijsafspraken met concurrenten dan wel afnemers van de suiker. Directeur A. Markusse van de suikerdivisie van CSM zei donderdag niet te weten op basis waarvan de Nederlandse Mededingingsautoriteit de suikerwereld is binnengegaan. „We weten niet van welke kant de klacht komt”, aldus Markusse. Al tientallen jaren staat op bijna elk pak kristalsuiker als fabrikant of Suiker Unie (Cosun) of CSM vermeld. Deze marktordening bestaat sinds 1968.
CSM zegt volledig mee te werken aan het onderzoek. Ook Cosun zegt mee te werken. De toezichthouder heeft bij dit bedrijf de hele dag gezocht naar diverse documenten.
De NMa begint volgens de woordvoerster alleen een onderzoek als er redelijke vermoedens zijn dat de Mededingingswet is overtreden. Het onderzoek bevindt zich nog in een pril stadium. De NMa wil niet zeggen wat de aanleiding is.
De coöperatie Cosun is de grootste met ongeveer 62 procent van de markt, het beursgenoteerde CSM heeft de resterende 38 procent. Elk jaar stelt de EU de quota vast die de landen mogen produceren. Per land wordt dat volgens een vaste verdeelsleutel toegewezen aan de bestaande fabrikanten, die het weer over hun telers verdelen. Die quota komen steeds neer op de verwachte consumptie. Als een bietenboer meer dan dit quotum van zijn land haalt, kan hij dat buiten de EU verkopen, maar wel tegen een lagere prijs.
Ongeveer 15 procent van de consumptie komt in de pakken suiker die de consument uit de schappen haalt. De resterende 85 procent van de consumptie gaat grof, fijn of vloeibaar naar de suikerverwerkende industrie. Dat zijn bijvoorbeeld frisdrank- of snoepfabrikanten, ijsmakers, zuivelconcerns of bakkerijen.
Deze kunnen in principe hun grondstoffen ook halen bij concurrerende bedrijven in het buitenland. Maar volgens C. Grit van de organisatie van de suikerverwerkende industrie CIUS NL zeggen de Europese leveranciers meestal dat ze alles al hebben verkocht aan de eigen klanten. „Echte concurrentie is er dan ook niet. De prijzen lijken allemaal hetzelfde, of je van de Suiker Unie koopt of van CSM”, aldus Grit. En voor -veel goedkopere- suiker van buiten de EU gelden strenge quota voor de import.