De rechter oordeelde op basis van verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse partij. In pamfletten had het Blok onder meer gemeld hoeveel procent van de buitenlanders crimineel is. De rechter sprak over het „aanzetten tot haat en discriminatie.”

De rechtszaak was ook gericht tegen drie aan het Vlaams Blok verbonden organisaties die er door de Liga voor de Mensenrechten en het Centrum voor Racismebestrijding van werden beschuldigd deel te zijn van een discriminerende beweging. De organisaties, die fondsen voor de partij werven, de zendtijd van de partij invullen en de politieke vorming van partijleden verzorgen, werden veroordeeld tot een boete van elk ruim 12.000 euro.

Al tijdens de uitspraak verlieten tientallen Blok-mensen uit protest de zaal. Het was duidelijk dat de partij zo’n vernedering niet had verwacht.

„We kunnen dit niet accepteren”, zei partijvoorzitter Frank Vanhecke in een reactie op de uitspraak. Direct na de uitspraak zei Vanhecke tegen verslaggevers één fout te hebben gemaakt. „We hebben lang geloofd dat dit land een rechtsstaat is. Dit is niet zozeer een nederlaag voor het Vlaams Blok, als wel voor de vrije meningsuiting en de democratie.”

Ook partijleider Filip Dewinter reageerde verbolgen op het vonnis. „De rechter heeft zich niet te bemoeien met een politieke partij”, zei hij tegen VRT-radio. „Ik pik het niet als vertegenwoordiger van de derde partij van het land dat wij niet kunnen verkondigen wat wij vinden. Wij zeggen wat de mensen in de straat denken, namelijk dat er een allochtonenprobleem is.”

Fractieleider Gerolf Annemans kenschetste de rechter als „een man die ofwel op Pluto heeft geleefd of een politieke partizaan van het regime is”, aldus Annemans in De Standaard.

De Liga voor de Mensenrechten en het Centrum voor Racismebestrijding stapten al in 1999 naar de rechter, naar aanleiding van campagnemateriaal van het Vlaams Blok dat racistisch zou zijn en discriminerend ten opzichte van immigranten en mensen van Noord-Afrikaanse afkomst. De twee groepen vroegen de rechter toen het Vlaams Blok het recht op overheidsgeld te ontzeggen en de drie partijorganisaties te verbieden.

Bij twee vorige rechtszaken achtten de rechters zich onbevoegd. Ze meenden dat het een politieke zaak was. Het hof van cassatie oordeelde echter dat de rechters wel degelijk bevoegd zijn en beval het proces over te doen, ditmaal in Gent.

Door in beroep te gaan, kan het Vlaams Blok toch deelnemen aan de verkiezingen in Vlaanderen op 13 juni. Als de partij in cassatie geen gelijk krijgt, begint zij een nieuwe organisatie met een andere naam. Racistische partijen in België krijgen namelijk geen overheidssubsidie. Ander gevolg is dat de Post mag weigeren de folders en brieven van de racistische partij te bezorgen.

Andere partijen reageerden terughoudend op de uitspraak over het Vlaams Blok.