Zondag zijn twee personen gedood die een aanslag zouden hebben willen plegen op een oefenbasis van het leger in het noorden van Israël. Een van de twee werd doodgeschoten door de politie, de tweede blies zichzelf op, waarbij ook een politieman en twee omstanders gewond raakten.

De politie hield de auto waarin het tweetal zat bij de ingang van de basis aan en werd daarop door een van de twee onder vuur genomen. De politie schoot terug en doodde de schutter, waarop de chauffeur wegreed. De politie zette de achtervolging in en tijdens die achtervolging blies de chauffeur de auto op. In november vorig jaar werd voor de bij Hadera gelegen basis een bus opgeblazen.

De verantwoordelijkheid voor de aanslagpoging van zondag werd later opgeëist door de Al-Aqsa Brigades, een militie die verbonden is aan de Fatah-beweging van Yasser Arafat. Eén dader, de 18-jarige Mohammed Hmuda, had zichzelf op de basis moeten opblazen, terwijl de andere, de 22-jarige Abdelkjaber Khaled, zijn machinepistool op het kamp had moeten leegschieten.

De woordvoerder van de Israëlische premier Ariel Sharon, Raanan Gissin, zei in een reactie dat Israël het geweld niet zou opvoeren, maar dat „de terroristen er nog wel achter zullen komen dat wij meer manieren hebben om hen te pakken te krijgen dan wij tot nog toe hebben gevolgd.”

De raketten in Nablus troffen het kantoor van de gouverneur, een politiebureau, een huis waar de Palestijnse leider Yasser Arafat verblijft als hij de stad bezoekt en een appartementencomplex. Een bewoner van het complex raakte lichtgewond.

De aanslag in de Joodse nederzetting Karnei Shomron werd gepleegd in een pizzeria. De slachtoffers waren een 14-jarig meisje en een 16-jarige jongen. Ook raakten 27 mensen gewond, van wie zeven ernstig. De eveneens omgekomen dader was een 18-jarige huisschilder uit Qalqilya op de Westoever. De verantwoordelijkheid voor de aanslag is opgeëist door het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), de op een na grootste PLO-groepering. De Israëlische regeringswoordvoerder Dore Gold gaf Arafat de schuld van de aanslag. Israël stelt Arafat verantwoordelijk voor het huidige Palestijnse geweld tegen Israël. Volgens premier Sharon zou Arafat kunnen voorkomen dat er aanslagen worden gepleegd, maar laat hij dit na.

Het was voor het eerst dat een Palestijn zichzelf opblies in een Joodse nederzetting. Eerdere zelfmoordaanslagen werden gepleegd in Israël of bij Israëlische legerposten in de Gazastrook. Ook is het niet eerder voorgekomen dat het PFLP de verantwoordelijkheid voor een aanslag opeiste. Bijna alle aanslagen waren tot nu toe het werk van militante moslimgroepen als de Hamas en de Islamitische Jihad.

Een vuurgevecht tussen de Palestijnse politie en Israëlische soldaten in het Palestijnse vluchtelingenkamp El-Bureij in de Gazastrook kostte zaterdag aan vier Palestijnse agenten het leven. Het Israëlische leger meldde enkele politiebureaus in het kamp te hebben ingenomen, als vergelding voor de dood van drie soldaten die donderdag om het leven kwamen toen hun tank werd opgeblazen.

In Jenin op de Westoever kwam zaterdag een Hamas-lid om het leven toen een geparkeerde auto waar hij langs liep explodeerde. De Hamas stelde Israël verantwoordelijk en dreigde met wraak. Het Israëlische leger weigerde te zeggen of het de bom in de auto had geplaatst, maar zei wel dat het slachtoffer, de 25-jarige Nazi Abu el-Sbaa, betrokken was geweest bij drie zelfmoordaanslagen.

In Tel Aviv hebben zaterdag naar schatting 20.000 Israëliërs voor vrede gedemonstreerd. De demonstranten riepen de regering op de vredesonderhandelingen met Arafat te hervatten. De demonstratie, die was georganiseerd door onder andere de oppositiepartij Meretz, werd gehouden onder de leus ”Vertrek uit de (Palestijnse, red.) gebieden”. Een van de sprekers was de vertegenwoordiger van de PLO in Jeruzalem, Sari Nusseibeh. Regeringswoordvoerder Gold zei dat de onderhandelingen niet hervat zullen worden voor het geweld is beëindigd.

De voorzitter van het Israëlische parlement, Avraham Burg, heeft zondag ingestemd met een voorstel van de Europese Unie om een uitwisseling te houden met Palestijnse parlementsleden. „We moeten een rode streep door het verleden trekken en onze regeringen aanzetten tot vrede”, zei Burg, die op een congres in de Griekse hoofdstad Athene een ontmoeting had met de voorzitter van de Palestijnse Nationale Raad, Salim Zanoun. De uitwisseling moet in de komende tien dagen plaatshebben en wordt begeleid door parlementaire gezanten van de EU.

Nadat de regering van Ariel Sharon de contacten met Yasser Arafat vorig jaar verbrak is Burg contact blijven houden met de Palestijnse Autoriteit.