Toes: Refoschool moet zich niet gaan afsluiten voor wijk
Reformatorische scholen lopen het gevaar om „een bastion” te worden en de confrontatie met de buitenwereld en de wijk waarin ze staan, uit de weg te gaan.
Dat stelde Richard Toes, bestuurder van het Wartburg College in Rotterdam, maandag in de Tweede Kamer tijdens een hoorzitting over tegenstellingen in het onderwijs. De Tweede Kamer hoorde vrijdag en maandag veel deskundigen uit het onderwijs over integratie en segregatie. In het najaar volgt er een debat met minister Bussemaker van Onderwijs om te bezien of extra maatregelen nodig zijn om burgerschapsvorming te stimuleren.
Toes stelde dat het belangrijk is dat reformatorische scholen verantwoordelijkheid nemen voor de wijk waarin ze staan: „Als christen heb je een roeping om breder in de stad te staan.” Hij erkende dat dat moeilijk is en dat hij niet alle leerkrachten en leerlingen binnen de school daar enthousiast voor krijgt. Het beste is volgens Toes om hele concrete zaken aan te pakken: „Die werken het beste en hebben ook de meeste uitstraling.”
Kindermonument
Toes noemde als concreet voorbeeld hoe het Wartburg College zijn verantwoordelijkheid voor de wijk neemt, de totstandkoming van een Joods kindermonument in Rotterdam-Zuid. ‘Zijn’ school bracht een groot deel van het geld bij elkaar en elk jaar is er met de islamitische school voor voortgezet onderwijs in de havenstad een herdenking bij het monument.
Ook het bijbrengen van respect voor andersdenkenden moet in het onderwijs een wezenlijke plaats hebben, zo stelde de Rotterdamse schoolleider: „Leerlingen die andere bevolkingsgroepen en religies verketteren moeten aangesproken en zo nodig bestraft worden.”
Een manier om de integratie te bevorderen is de maatschappelijke stage, zo zei de schoolleider. Dat de overheid scholen daartoe niet langer verplicht, heeft hem „zeer verbaasd. Wij hebben haar nog nu nog en scholen komen bij ons kijken hoe we dat doen.”