Bloedbad in Basra
Meer dan veertig mensen, onder wie zeker tien schoolkinderen, zijn vandaag gedood bij een serie bomaanslagen in de Iraakse stad Basra. Naar schatting 200 mensen raakten gewond.
Britse militairen in de Zuid-Iraakse stad spraken van zeker drie autobommen, die tijdens het spitsuur vrijwel gelijktijdig bij verschillende politiebureaus in Basra afgingen. In de stad brak paniek uit. Tot nu toe was het in Basra betrekkelijk rustig in vergelijking met grote delen van Midden- en Noord-Irak.
De Britten konden ter plekke geen hulp bieden, omdat ze door woedende inwoners van Basra werden bekogeld met stenen. Volgens ooggetuigen werden twee busjes met schoolkinderen door de explosies volledig verwoest. Enkele uren na de aanslagen in Bagdad ontplofte een bom in een politie-opleidingsinstituut in het Zuid-Iraakse Zubair. Daarbij vielen drie doden en zes gewonden.
Ten westen van Bagdad laaide intussen de gevechten weer op. Strijders voerden vandaag verwoede aanvallen uit op Amerikaanse mariniers die er de stad Fallujah omsingelen. De Amerikanen bombardeerden met vliegtuigen en geschut de stad, die al sinds het begin van deze maand door hen wordt belegerd.
Die zagen af van de verovering van de stad, nadat honderden Irakezen waren gedood bij de eerste pogingen op 5 april om de anti-Amerikaanse strijders in Fallujah uit te schakelen. Iraakse prominenten bereikten vervolgens een bestand. De Amerikaanse minister van Defensie, Rumsfeld, zei dinsdag dat dit bestand niet voor altijd kan duren. Korte tijd later hervatten de strijders vandaag hun aanvallen.
De Amerikaanse troepen lijken een jaar na de verovering van Irak geen greep te krijgen op het geweld in het land. Circa 20.000 van de 134.000 Amerikaanse militairen moeten langer dan gepland in Irak blijven. Intussen keren de meeste Latijns-Amerikaanse landen de coalitie de rug toe die Washington voor de bezetting van Irak in het leven riep.
In navolging van Spanje vertrekken de circa 370 Hondurezen „zo spoedig mogelijk” uit Irak. De regering van de Dominicaanse Republiek heeft vandaag bevestigd dat de 300 militairen uit dat land ook „zo snel mogelijk” naar huis komen.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, heeft maandag en dinsdag een telefonische rondgang gemaakt langs dertien landen, waaronder Nederland, die troepen bijdragen aan de internationale coalitie in Irak, om hen ervan te overtuigen zich niet uit Irak terug te trekken. Powells woordvoerder Richard Boucher heeft dat dinsdag gezegd. Volgens Boucher hebben de landen toegezegd hun verplichtingen na te komen.
De VS stellen dat de macht in het land formeel op 30 juni wordt overgedragen aan de Irakezen. Daar zal volgens waarnemers in de praktijk weinig van te merken zijn. Een Iraakse politie- of legermacht die is opgewassen tegen de toenemende aanslagen op overheidskantoren, cruciale verbindingswegen en al of niet gewapende buitenlanders, ontbreekt nog steeds.
De VS zijn er evenmin in geslaagd de Irakezen achter een duidelijk plan voor een nieuw bestuur te scharen. Wel is er een door de Amerikanen aangestelde regeringsraad. Die heeft dinsdag laten weten dat er werk gemaakt wordt van de berechting van ex-dictator Saddam Hussein en diens medewerkers.
De raad maakte bekend dat voor het eerste jaar van dit speciale tribunaal 75 miljoen dollar opzij is gezet. Een door Iraakse Amerikanen gedomineerde partij, het Iraaks Nationaal Congres van Ahmed Chalabi, heeft namens de raad een directeur, zeven aanklagers en zeven magistraten benoemd. De leiding komt in handen van een neef van Chalabi, de jurist Salem Chalabi.
Italië heeft goede hoop dat drie in Irak ontvoerde Italianen binnenkort vrijkomen en stelt dat betaling van losgeld tot de mogelijkheden behoort om de vrijlating te bespoedigen. Dat heeft Barbara Contini, de bestuurder van de Zuid-Iraakse stad Nasiriyah, dinsdag gezegd in de Italiaanse krant Corriere della Sera.