Kortere hbo-studie valt goed bij Nijs
Staatssecretaris Nijs van Onderwijs wil kijken of een verkorte hbo-opleiding valt te realiseren. Zij zei dat dinsdag in Delft in een reactie op een pleidooi van MKB-Nederland voor zo’n opleiding, die mensen aflevert op een niveau tussen mbo en hbo in.
Het was huidig MKB-voorzitter L. Hermans die in 2000 als minister van Onderwijs de korte hbo-opleiding afschafte. Hij was er toen van overtuigd dat er geen behoefte was aan mensen met zo’n diploma. „Alleen een dwaas verandert nooit van standpunt”, zei Hermans dinsdag bij de presentatie van een MKB-rapport over de vraag naar hbo’ers bij het midden- en kleinbedrijf.
Uit het onderzoek onder 622 bedrijven blijkt dat die vraag de komende jaren flink toeneemt. Ruim eenderde van de ondervraagde ondernemingen denkt over vijf jaar meer hbo’ers in dienst te hebben. Dat komt neer op een extra vraag naar circa 17.000 hoger opgeleiden. Maar er komen over vijf jaar nauwelijks meer afgestudeerden van het hbo af.
De bedrijven hebben niet voor al de functies mensen met een volwaardige hbo-opleiding nodig. Ruim de helft van de mkb-bedrijven zoekt in de toekomst werknemers met een opleidingsgraad tussen het hbo en het mbo in.
„Ik ben bereid de vergissing van mijn voorganger te corrigeren”, zei Nijs in reactie op het pleidooi voor een dergelijke opleiding. Zo’n tussenniveau biedt mogelijkheden voor mbo’ers die geen volledige hbo-opleiding willen of kunnen volgen. Nu vallen veel studenten die na een middelbare beroepsopleiding naar het hbo gaan af omdat die opleiding voor hen te theoretisch is.
Nijs wil het initiatief nemen voor een korte opleiding, maar wijst er wel op dat het belangrijk is dat die diploma’s ook buiten Nederland waarde hebben. Daarom is overleg op Europees niveau nodig.
Het MKB-onderzoek toont volgens de staatssecretaris het belang van het hbo voor het midden- en kleinbedrijf aan. Zij wil de komende drie jaar op de begroting 5 miljoen euro vrijmaken om de samenwerking tussen het hbo en het midden- en kleinbedrijf te stimuleren.