Kabeltaks moet binnen 10 jaar zijn verdwenen
Inwoners van ruim 200 gemeenten betalen jaarlijks tot enkele tientallen euro’s precariobelasting, oftewel kabeltaks, bleek gisteren.
Wat is precariobelasting?
Een gemeentelijke heffing die bedrijven moeten betalen voor gebruik van openbare grond, zoals kabels, leidingen en luifels.
Waarom is die nu in het nieuws?
Dit jaar heffen twintig gemeenten voor het eerst kabeltaks voor drinkwaterbedrijven, schreef onderzoekster Corine Houben van de Rijksuniversiteit Groningen gisteren in het economenblad ESB.
Daarnaast stijgt het totaalaantal gemeenten dat ook andere precariobelastingen heft, zoals op ondergrondse of bovengrondse energieleidingen. Dit jaar zijn dat er 227, 28 meer dan vorig jaar. Toen waren het er 199, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (zie kaartje). Ook de totaalopbrengst van de heffingen stijgt: van 154 miljoen euro vorig jaar naar 206 miljoen euro dit jaar.
Waarom betalen sommige burgers geen kabeltaks en anderen wel?
Sommige gemeenten heffen gewoon geen precariobelasting. De netbeheerders kunnen die taks dus ook niet aan hun klanten doorberekenen.
Tegenover huishoudens die niets betalen, staan burgers die wel enkele tientjes per jaar hieraan kwijt zijn. Huishoudens in Noordwijkerhout komen er het slechtst van af. Zij betaalden vorig jaar het record van 86 euro precariobelasting. Sowieso zijn de aanslagen voor de kabels in Zuid- en Noord-Holland het hoogst.
Hoe kan het dat burgers aan de belasting van andere gemeenten moeten meebetalen?
De verschillende gemeenten leggen de heffingen op aan de nutsbedrijven en berekenen die door aan hun klanten. Als een gemeente voor het eerst of een hogere precariobelasting aan een bedrijf oplegt, betalen burgers uit andere gemeenten meer. Daarom protesteerden begin vorig jaar diverse Utrechtse gemeenten omdat Veenendaal en Utrechtse Heuvelrug de kabeltaks invoerden.
Kunnen gemeenten doorgaan met het verhogen van de precariobelasting?
Ze doen er verstandiger aan die af te bouwen. Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) wil er binnen tien jaar van af, zo bleek juni uit zijn wetsvoorstel. Gemeenten kunnen dan de inkomstenderving compenseren met de beoogde ruimere mogelijkheden om andere belastingen te innen. Onderzoekster Houben vindt dat de „onzichtbare belasting” sneller dan binnen tien jaar moet verdwijnen.