Arkadi Natanov verbeeldt de moeizame strijd om het bestaan
Met grote handen en grote voeten heeft hij hen geportretteerd. Voor een tentoonstelling in Museum Nairac in zijn woonplaats Barneveld tekende kunstenaar Arkadi Natanov Joodse mensen uit zijn jeugd in Oezbekistan.
De forse lichaamsdelen vallen direct op in de expositiezaal. „Zo was het leven”, zegt Natanov. „Met die grote voeten stonden ze letterlijk en figuurlijk stevig op aarde, en met die grote handen werkten ze om wat centen te verdienen en het hoofd boven water te kunnen houden. Ze waren wel arm, maar ik heb er nooit één zien bedelen op straat.”
Bij het tekenen had de Barneveldse kunstenaar ‘oude bekenden’ voor ogen. „Gewone mensen uit het volk, zoals ik heb gezien en ontmoet in de communistische tijd.” De afgebeelde Joden dragen veelal een keppeltje en karakteristieke haarlokken. Hun verdrietige gezichten verraden de moeizame strijd om het bestaan. „Ik kom uit deze ‘familie’. Voor menigeen was de armoede dagelijks overleven.”
Natanov (62) groeide op in de Centraal-Aziatische republiek Oezbekistan, toen deel van de Sovjet-Unie. „Onder het communistische regime was iedereen gelijk. Iedereen was atheïst, of je nu vanbinnen Jood was of moslim. Mijn grootmoeder en mijn ouders waren gelovige mensen, maar dat mochten ze in het openbaar niet uiten. Binnen, in huis, voerden ze wel hun rituelen uit.”
Geen toekomst
Ook in zijn opleiding tot kunstschilder aan de Academie van Schone Kunsten in Krasnojarsk, de hoofdstad van Siberië, voelde Natanov zich in zijn vrijheid beperkt. „De scholing was niet slecht. Ik leerde er de basistechnieken –anatomie, kleurstelling– maar het was allemaal ingekapseld in het Sovjetsysteem. Moderne westerse kunst kregen we niet te zien, geen Dalí bijvoorbeeld.”
In zijn geboortestad Buchara werd Natanov docent frescoschilderen aan het Pedagogisch Instituut. Toen de Sovjet-Unie uiteenviel trok hij, net als duizenden andere Joden, naar Israël. „Oezbekistan was een islamitische staat geworden. Voor mijn twee kinderen zag ik er geen toekomst. Een burgeroorlog was er niet, er waren geen moordpartijen, maar je wist niet hoe het over vijf of tien jaar zou zijn.”
In Israël bleef Natanov maar kort. „Ik wilde zelf kennismaken met de Europese cultuur, de kunstgeschiedenis van West-Europa zien en voelen, en als kunstenaar groeien in mijn werk.” In 1993 belandde het gezin Natanov in Barneveld, waar een oude boerderij werd betrokken. „De koeienstal is nu al jaren mijn atelier.”
Ook in gispsnijwerk en fresco’s heeft Natanov zich bekwaamd, maar behalve tekeningen maakt hij vooral figuratieve olieverfschilderijen op doek. Die ademen surrealisme en symbolisme. Volgens zijn internetsite geeft de kunstschilder „op eigentijdse wijze een rustige vorm aan de opstandige vroege avant-gardestroming.” Zijn menselijke figuren wijken af van het geijkte anatomische beeld. Zij zijn dikwijls kort en compact van bouw. Gezichten, handen en voeten zijn naar verhouding groot. Natanov gebruikt die afwijkingen echter zo dat ze het totale beeld geen geweld aandoen, maar juist de nadruk leggen op het onderwerp van zijn compositie. Een belangrijke inspiratiebron van de kunstenaar is het werk van Marc Chagall.
Levensvragen
Zelf noemt Natanov veel van zijn schilderijen ”filosofisch”. „Kunst is voor mij meer dan een mooi stilleven of een perfect portret. Er zit altijd wel een verhaal achter mijn werk. Ik stel mezelf een vraag en probeer dan op het doek een antwoord te geven. Het gaat mij om de levensvragen: wie zijn wij, wat doen wij hier in deze wereld, wat is de boodschap van God voor ons, wat moeten wij achterlaten en doorgeven aan toekomstige generaties?” Natanov voelt zich vooral „vanbinnen” Jood. „Je hoeft niet per se een keppeltje te dragen.”
De grootste tekening in de tentoonstelling vertolkt de overtuiging van de Barnevelder dat de mens niet te ver van de essentie van het geloof verwijderd moet raken. Links in het langwerpige werk is Jezus afgebeeld met de doornenkroon, omringd door Romeinse soldaten. Helemaal aan de andere zijde portretteerde Natanov moderne dictators. „Die zijn het verkeerde pad opgegaan. Ze hebben het geloof achter zich gelaten of doen juist de verschrikkelijkste dingen in naam van het geloof.” Yasser Arafat van de Palestijnen, Gaddafi van Libië en Saddam Hussein van Irak zijn er verenigd met Assad van Syrië, de Russen Stalin en Lenin, de Chinese leider Mao Zedong en Ahmadinejad van Iran. Van Hitler tekende Natanov alleen kin, mond en snor. „Als Jood kan ik die niet afbeelden…”
De expositie in Museum Nairac, Brouwerstraat 1 in Barneveld, is te zien tot en met 22 oktober.