Voorlopig koude vrede in Colombia van kracht
Een van de langstlopende opstanden ter wereld is maandag ten einde gekomen. In de vroege ochtend werd een definitief staakt-het-vuren tussen het Colombiaanse leger en de linkse rebellenbeweging FARC van kracht. De vraag is hoe lang de koude vrede stand houdt.
Om zes uur in de ochtend gaf FARC-leider Rodrigo Londono het bevel de wapens te laten zwijgen. „Nooit zullen ouders hun zonen en dochters die in de oorlog zijn gedood meer hoeven te begraven”, zei hij in een verklaring. „Alle rivaliteit en wrok zullen tot het verleden behoren.” De Colombiaanse president Santos gaf kort daarvoor een soortgelijke order.
Die opdrachten markeerden het voorlopige sluitstuk van vier jaar onderhandelen in de Cubaanse hoofdstad Havana. Voorlopig, want de officiële vredesovereenkomst moet volgende maand worden ondertekend. En vervolgens zal de Colombiaanse bevolking zich begin oktober in een nationaal referendum nog over de deal uitspreken.
Met die volksraadpleging in oktober zal het wel goed komen. De Colombianen hebben schoon genoeg van het geweld dat het land sinds de jaren 60 teistert. Bij de strijd tussen de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (in het Spaans afgekort als FARC) en het Colombiaanse leger kwamen de afgelopen decennia tussen de 220.000 en de 260.000 mensen om het leven.
Tanja Nijmeijer
Ook ontvoerde de beweging tientallen mensen, onder wie presidentskandidate Ingrid Bétancourt. In september 2007 werd bekend dat de uit Nederland afkomstige Tanja Nijmeijer zich in 2002 had aangesloten bij de FARC-beweging.
De FARC werd in de Colombiaanse burgeroorlog (1964-1966) gesticht als militaire vleugel van de communistisch partij. Ze is daarmee de oudste guerrilla-organisatie in Zuid-Amerika, een continent dat toch al kan bogen op een keur aan rebellengroeperingen. Aanvankelijk voerde de FARC vooral een ideologisch getinte strijd, in naam van de armen op het platteland. Vanaf de jaren 80 raakte ze echter steeds meer betrokken bij drugshandel en andere criminele activiteiten.
Hoewel de FARC relatief weinig leden telde –naar schatting schommelend tussen de 9000 en de 20.000– wist ze in haar hoogtijdagen bijna een derde van het Colombiaanse grondgebied onder haar controle te brengen. Ze hield zich vooral op in de zuidoostelijke oerwouden en in de vlaktes aan de voet van het Andesgebergte.
Al eerder werden er pogingen gedaan om een vredesovereenkomst tussen de Colombiaanse regering en de FARC tot stand te brengen. President Andres Pastrana sloot in 1998 een akkoord met de linkse rebellenbeweging. Maar bij de geplande ondertekening van de deal kwam de toenmalige FARC-leider Manuel Marulanda niet opdagen. Daarop laaide het geweld weer op.
De grote vraag is of het huidige akkoord wél stand zal houden. De FARC heeft weliswaar officieel de wapens neergelegd, maar eist tegelijkertijd een stevige rol in de Colombiaanse politiek op. De tijd zal leren hoe veel ruimte de Colombiaanse regering de rebellenbeweging biedt. En pas bij verkiezingen zal blijken welke steun de FARC –in haar nieuwe rol als politieke beweging– onder de bevolking geniet. De FARC werd ooit opgericht als zelfverdedigingsgroep van boeren. Na 52 jaar van bloedvergieten zit de traditionele machtsbasis bepaald niet te wachten op veel invloed van die groepering.
Hoewel de overeenkomst tussen de Colombiaanse regering en FARC een grote stap op weg naar vrede in het Zuid-Amerikaanse land is, lijkt er intussen nog geen uitzicht op een definitief einde aan het geweld. De kleinere, op marxistisch-leninistische leest geschoeide rebellengroepering ELN heeft gisteren laten weten dat ze de inhoud van het akkoord respecteert, maar zelf vasthoudt aan de gewapende strijd tegen het bewind.
ELN telt ongeveer 2000 strijders en pleegt regelmatig aanslagen in Colombia. Ook houdt de beweging een onbekend aantal gijzelaars vast. De Colombiaanse regering wil pas met ELN onderhandelen als alle gevangenen zijn vrijgelaten.