Slotoffensief regeringstroepen tegen IS Sirte
Het slotoffensief dat regeringsgezinde Libische milities hebben ingezet tegen strijders van Islamitische Staat in Sirte heeft hun zondag minstens 34 manschappen gekost. Nog eens meer dan 180 regeringsgezinde strijders raakten gewond, blijkt uit een slachtofferlijst van veldziekenhuizen.
Sirte gold als de officieuze hoofdstad van IS in Libië en als een mogelijke wijkplaats, mocht de beweging in Syrië en Irak te zeer in het nauw komen. Sinds ze in mei de aanval inzetten op de kuststad hebben regeringstroepen de extremisten echter huis voor huis en straat voor straat weten terug te dringen. Sinds begin deze maand krijgen ze bovendien luchtsteun van de Verenigde Staten.
De laatste IS-strijders in Sirte hebben zich verschanst in een wijkje in het centrum van de stad. Zij verdedigen zich met hand en tand. De regeringstroepen, voor het leeuwendeel afkomstig uit Misrata, vorderen maar langzaam. Ze stuiten voortdurend op landmijnen en moeten zich verweren tegen zelfmoordterroristen en scherpschutters.
Zondag alleen al probeerden vijf IS-strijders zich op te blazen en daarbij hun tegenstanders mee te sleuren de dood in. De Misrata-brigades spreken van „een wanhopige poging de opmars te verstoren”.
De strijd om Sirte is zondag weer opgelaaid na enkele dagen van betrekkelijke rust. De belegeraars van de stad hielden even halt om de vrouwen en kinderen van IS-strijders de kans te geven een veilig heenkomen te zoeken.