Kerk & religie

Dr. B.J. Spruyt: Ernstig en stichtelijk, ook dat was ds. Doornenbal

De één overleed ruim veertig jaar geleden, de ander dertig jaar. Toch trok de presentatie van twee boeken over ds. Jac. van Dijk en ds. J. T. Doornenbal donderdagavond in Apeldoorn een overvolle zaal. „Beiden vielen op door hun eigen gaven en onafhankelijkheid.”

Van onze verslaggever
26 August 2016 08:53Gewijzigd op 16 November 2020 06:00
In Apeldoorn had gisteravond de presentatie plaats van een boek over ds. J. T. Doornenbal en een over ds. Jac. van Dijk. Zo’n 300 mensen kwamen af op de bijeenkomst – sommigen zaten zelfs buiten. Achter de katheder W. B. Kranendonk van uitgeverij De Banie
In Apeldoorn had gisteravond de presentatie plaats van een boek over ds. J. T. Doornenbal en een over ds. Jac. van Dijk. Zo’n 300 mensen kwamen af op de bijeenkomst – sommigen zaten zelfs buiten. Achter de katheder W. B. Kranendonk van uitgeverij De Banie

Zowel ds. Van Dijk als ds. Doornenbal kan zich „onder een bepaald deel van de bevolking, gereformeerd Nederland, nog in een zekere populariteit verheugen”, concludeerde dr. B. J. Spruyt gisteravond. In het auditorium van de Erdee Media Groep werd het boek ”Romantiek en stichtelijkheid. Nagelaten geschriften van ds. J. T. Doornenbal”, verzameld door Spruyt, gepresenteerd, evenals ”Het wonder van het Westland. Episoden uit het leven van ds. Jac. van Dijk”, van de hand van ds. M. van Kooten.

„We lopen het gevaar dat als de naam van ds. Doornenbal wordt genoemd, de mensen gaan lachen. Ze kennen allemaal die stukken uit de kerkbode, met humor en zelfspot”, aldus Spruyt. Om te vervolgen: „Kom daar eens om bij een dominee.”

Een ander risico noemt hij het dat „we deze dominee, die in de jaren 50 met een Solex over de Veluwe toerde, beschouwen als een ander soort mens.” Door de persoon en de wereld van ds. Doornenbal te kenschetsen als niet meer van deze tijd, dreigt de boodschap van deze predikant verloren te gaan, zei Spruyt.

Stichtelijk

Die boodschap was er niet een van romantiek over het heden en verleden, maar een ernstige, stichtelijke. Op reis door Duitsland met een groep ambtsgenoten, in 1957, kwam de predikant tot de conclusie dat hij steeds minder hing naar een leven waarin de natuur en de literatuur voorop staan. „De stichtelijkheid had zich opgedrongen”, aldus Spruyt. „Dat vind ik van belang, omdat wij in de kerkbodestukjes vooral genieten van de romantiek en het heimwee.”

Waar het bij ds. Doornenbal om draait bij stichtelijkheid is dat God omziet naar zondaars, aardwormen, die naar God niet vragen, stelde de Goudse historicus. Daarnaast kan er van de predikant geleerd worden als het gaat om zijn staan in de cultuur. „De zin van kerkgeschiedenis is niet dat je bevestigd wordt in wat je al kent of vindt, maar dat je geconfronteerd wordt met dingen die je mist. En dan kun je bij ds. Doornenbal terecht. Bijvoorbeeld ten aanzien van zijn houding tegenover groepsdenken en opkomende verzuiling. Of over emancipatie, in de zin dat we de eenvoud verliezen. Maar waarom zou je hem vooral lezen? Om de stichtelijkheid, de rijkdom van de traditie waarvan hij een vertegenwoordiger is.”

Laatste werk

Lulof Dalhuisen, samensteller van diverse bundels met werk van ds. Doornenbal, denkt dat met het verschijnen van Spruyts 544 bladzijden tellende boek het laatste nog ongepubliceerde werk van de predikant uit Oene wel het licht heeft gezien. Het eerste deel van ”Romantiek en stichtelijkheid” vormt een uitgebreidere versie van het portret dat de auteur schreef in zijn zeven jaar geleden verschenen boek ”Als je eenmaal hebt liefgehad”. De tekst is nu minder dan in zijn vorige boek verweven met Spruyts gedachten over het conservatisme bij ds. Doornenbal. De tweede helft bevat teksten van ds. Doornenbal, waarvan een deel niet eerder in boekvorm werd gepubliceerd.

Desgevraagd zei Dalhuisen dat er in zijn bezit nog wel enkele ongepubliceerde teksten zijn van de predikant. „Dat zijn dingen die persoonlijk, privé zijn, die ook nooit naar buiten mogen komen. Dagboeknotities over problemen in de gemeente waar hij achteraan moest. Soms denk ik weleens: Ik ga ze verbranden. Dat deed ds. Doornenbal zelf ook wel met z’n oude preken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer