Ds. Van Kooten: Ds. Jac. van Dijk bleef iets ongrijpbaars houden
Toen ds. M. van Kooten donderdag, kort voor de presentatie van zijn boek over ds. Jac. van Dijk, de preek van Smijtegelt nog eens las waardoor er een ommekeer kwam in het leven van ds. Van Dijk, was hij verwonderd. „Ik vond er niet zo veel pit in zitten.”
Toch vormde de 48e keurstof van Smijtegelt voor ds. Jac. van Dijk (1913-1984) het middel tot zijn bekering. En zo verhuisde hij van de linkerflank van de Nederlandse Hervormde Kerk naar de tegenovergestelde richting. Ds. Van Kooten donderdagavond, bij de presentatie van het boek: „Het was op 14 maart 1945. Toen openbaarde de Zoon van God zich aan hem. Hij werd een heel andere predikant, een predikant die preekte van zonde en genade.”
Dat juist de preek die voor ds. Van Dijk het middel tot verandering werd hem niet zo aansprak, hoort misschien juist wel bij deze predikant, constateerde ds. Van Kooten. „Ds. Van Dijk blijft ongrijpbaar. Ik had het boek ”Een ongrijpbare gegrepene” willen noemen, maar iemand zei me: Dat is zo’n vreemde titel. De titel is nu geworden ”Het wonder van het Westland”, maar anderen zeiden: Dat was hij ook niet. Toch noemde ouderling Van Vliet uit Monster hem een keer zo omdat hij van vrijzinnig predikant in ’s-Gravenzande 2 kilometer verderop rechtzinnig predikant in Monster werd.”
Ds. Van Dijk preekte eenvoudig en begrijpelijk, stelde ds. Van Kooten. „Dat is belangrijk om mee te nemen als predikant. Hij gebruikte ook wel anekdotes, soms te veel. Ook bracht hij ervaringen uit zijn pastoraat op de kansel. Maar door alles heen zat de boodschap van de rechtvaardiging van de goddeloze.”
De Elspeetse predikant refereerde ook aan de kritiek die ds. Van Dijk direct na de Tweede Wereldoorlog had op drukkerij-uitgeverij De Banier, waar nu het boek over hem is uitgegeven. Ds. Van Dijk, die een Joodse onderduiker had geherbergd en deelnam aan verzetsactiviteiten, kreeg er bij de perszuivering oog voor dat De Banier in de oorlog materiaal had gedrukt dat een nationaalsocialistisch gedachtegoed liet doorklinken. Het zou hem dan ook verwonderd hebben als hij geweten had dat een boek over hem bij de –in 2008 door Erdee Media Groep overgenomen– uitgeverij was verschenen.
Toch zette ds. Van Dijk zich anderzijds in voor een predikant –ds. A. F. P. Pop– die vanwege zijn opstelling tegenover de nazi’s het vertrouwen van zijn gemeente kwijtraakte. Ds. Van Kooten: „Ds. Van Dijk had groot respect voor ds. Pop. Hij heeft er alles aan gedaan om ds. Pop in ere te herstellen. Dat is iets groots, iets moois, dat spreekt me aan.”
Verandering
G. Blokhuis, die in Nijkerk bij ds. Van Dijk kerkte toen deze daar stond (1960-1965), stelde dat de predikant aandrong op persoonlijke bekering. Ook voor hemzelf was de prediking van ds. Van Dijk het middel om tot verandering te komen. „Hij zei wel: „De mensen jubelen maar met een lied van Johannes de Heer: ”Ik zie een poort wijd open staan”, maar hebben ze de poort ook wel eens gesloten gezien?”
Treffende voorbeelden had ds. Van Dijk, aldus Blokhuis. „Eens preekte hij over de bekende tekst Johannes 3:16, en zei: „Op de Langestraat in Nijkerk zag ik een moeder met kind voor de speelgoedwinkel staan. Het kind speelde als het ware al met het speelgoed, maar echt vasthouden kon het het niet; er zat een ruit tussen. Zo is het ook in het geestelijke leven. De mensen jubelen en spelen met de belofte Gods, maar waar het om gaat, is dat ze de Belover Zelf kennen.”
Onderwijs aan de hand van boten
Niet alle beschikbare informatie over ds. Jac. van Dijk haalde het door ds. M. van Kooten over hem geschreven boek. Eén voorbeeld daarvan noemde de predikant van de hervormde gemeente in Elspeet gisteren. In een preek in Nieuw-Loosdrecht refereerde ds. Van Dijk aan de boten die hij daar zag. In plaats van een vermaning over varen op zondag, kreeg de gemeente geestelijk onderwijs. „Ds. Van Dijk stelde: Je hebt roeiboten, motorboten en zeilboten. Roeiers die werken maar door. Mensen in zeilboten zeggen: We zullen wel zien wat de wind brengt, ze zijn lijdelijk. Maar motorboten hebben een krachtbron, de Dunamis, aan boord, Vaders Zoon.”