„Proces tegen Sharon niet van de baan”
De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof dat België vroegere en huidige politieke leiders niet kan berechten voor oorlogsmisdaden, betekent niet dat de zaak tegen de Israëlische premier Ariel Sharon wordt afgeblazen.
Een advocaat van de nabestaanden die Sharon in België hebben aangeklaagd, heeft dat vrijdag verklaard, daags nadat het gerechtshof had bepaald dat hoge politici recht hebben op diplomatieke onschendbaarheid.
Volgens advocaat Michael Verhagen heeft de uitspraak van het hof, dat net als het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag is gevestigd, nauwelijks invloed op de zaak die zijn 23 cliënten tegen Sharon hebben aangespannen. Zij zeggen dat Sharon zich aan oorlogsmisdaden heeft schuldig gemaakt door als minister van Defensie in 1982 de massamoord op honderden Palestijnse vluchtelingen in twee opvangkampen in Libanon niet te hebben verhinderd.
„De uitspraak van het hof betekent niet dat België moet stoppen met het onderzoeken van mogelijke oorlogsmisdaden”, zei Verhaeghe. Volgens de jurist kan het juridische onderzoek naar de mogelijke misdaden van Sharon gewoon doorgaan, maar zal met het uitvaardigen van een arrestatiebevel moeten worden gewacht tot hij is afgetreden als premier. „Dan zal hij niet langer onschendbaar zijn.”
Op 6 maart zal een Belgische rechtbank bepalen of de zaak tegen Sharon doorgang kan vinden. Maar volgens de juriste Michele Hirsch, die Israël vertegenwoordigt in de zaak, kan er na de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof geen twijfel meer over bestaan dat de boel wordt afgeblazen. „België heeft geen jurisdictie.”
In 1993 kregen Belgische strafhoven wettelijk de bevoegdheid zich te buigen over aanklachten wegens oorlogsmisdaden, ongeacht het land waarin die zouden zijn gepleegd. Die wet is uniek in de wereld. In 1999 werd de bevoegdheid bovendien uitgebreid met aanklachten op grond van genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Inmiddels liggen er behalve tegen Sharon ook aanklachten tegen de Palestijnse leider Yasser Arafat, de Cubaanse leider Fidel Castro, de Iraakse president Saddam Hussein, president Laurent Gbagbo van Ivoorkust en oud-president Hashemi Rafsanjani van Iran.
De Belgische regering studeert nog op de gevolgen van de uitspraak van donderdag. Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel benadrukte vrijdag in De Standaard dat de wet uit 1993 goed is. Wel zal die na de uitspraak moeten worden aangepast, zei Michel. Zo zou het onmogelijk moeten worden om een arrestatiebevel uit te vaardigen tegen een politicus die nog in functie is.