Netwerk taliban wordt steeds fijnmaziger
Hoeveel dorpen en districten moet je bezethouden, hoeveel wegen controleren om een heel land in feite te beheersen? Die vraag is actueel in Afghanistan, waar de taliban bijna onopgemerkt oprukken.
Het laatste alarmerende bericht kwam afgelopen weekend uit de provincie Kunduz, in het noorden van het land. Daar namen de taliban het district Khanabad in. Dat is zeker niet het eerste district dat de taliban daar hebben veroverd.
Lola Cecchinel, onderzoeker bij het Afghanistan Analysts Network (AAN), geeft een inzicht in de situatie in haar analyse ”Far From Back to Normal. The Kunduz crisis lingers on”, die ze vorige week publiceerde.
Ze typeert de noordelijke provincie als „de meest kwetsbare provincie in het noorden”, waar meer aanvallen van de taliban plaatsvinden dan in welke andere provincie ook.
Sfeer is gespannen
Wie in Kunduz dacht dat hij veilig was, werd vorig jaar september ruw wakker gemaakt toen talibanstrijders het centrum van de hoofdstad veroverden. Ze werden daarna weer verjaagd door het Afghaanse leger en de Amerikaanse luchtmacht, maar van een wezenlijke bevrijding is geen sprake: rondom de hoofdstad hebben de taliban het op tal van plaatsen voor het zeggen.
De sfeer in Kunduz is gespannen, weet Cecchinel uit eigen ervaring. De dreiging van nieuw geweld hangt boven de stad. Ook de gouverneur van de provincie durft zijn huis niet meer uit; hij geeft toe geen greep op zijn provincie te hebben.
De taliban benutten de weerzin die er onder de etnisch Pathaanse bevolking bestaat jegens hun superieuren: een Oezbeekse en Turkmeense kliek die als een maffiabende de provincie regeert en de Pathanen discrimineert. Corruptie en vriendjespolitiek typeren sowieso het bestuur in de provincie. Precies dat leidt tot vervreemding van de bevolking jegens lokale leiders en tot sympathie voor de talibanmilities.
Van groot belang voor wat zich in Kunduz afspeelt, is de taliban-strategie in het naburige Baghlan. Hier hebben de taliban controle over de Baghlan-Balkhsnelweg, die deel uitmaakt van de belangrijke ‘ringweg’, die de hoofdstad Kabul met het noorden van het land verbindt. Door de snelweg te blokkeren –met rijdende checkpoints die snel zijn te verplaatsen– kunnen de taliban de opmars van het Afghaanse leger, het ANSF, blokkeren.
Het is in heel Afghanistan de werkwijze van de taliban: wegen controleren en zo verbinding leggen van het ene (al bezette) gebied naar het andere, zodat er een landelijk netwerk ontstaat waarvan de mazen steeds kleiner worden en de daadwerkelijke bezetting van gebied bijna als vanzelf volgt.
Schietgrage types
Daartegenover staat een Afghaans leger dat niet in staat is om overal aanwezig te zijn en daarom de verdediging op lokaal en regionaal niveau overlaat aan lokale milities, zoals die van de ALP (Afghan Local Police). Die bestaan echter vooral uit ”trigger-happy” (schietgrage) types die altijd al een AK-47 in handen wilden hebben. Een intens gevoel van onveiligheid onder burgers én een gevoel van verlaten zijn door de centrale regering, is het gevolg.
Intussen spinnen de taliban garen bij de ongekend lucratieve opiumteelt in provincies als Nangarhar, Kandahar en Helmand. Die laatste provincie staat zelfs bekend als de grootste opiumproducent ter wereld.
Een rapport uit juni van AREU, het onderzoeksbureau van de Europese Unie dat zich geheel op Afghanistan richt, verwachtte voor dit jaar weer een hogere opiumproductie dan vorig jaar. Hoge prijzen op de markt, een verdere verzwakking van de centrale regering in Kabul (mede als gevolg van interne vereeldheid) én een onveilige situatie vanwege de opmars van de taliban vormen een vruchtbare bodem voor de opiumteelt.
In haar boek ”Seeds of Terror” legt Gretchen Peters de relatie tussen de opmars van de taliban en de opiumteelt haarfijn uit. Niet minder dan 98 procent wordt verbouwd in talibangebied.