Rusland: gevechtspauzes van 48 uur bij Aleppo
Rusland is bereid tot een wekelijks staakt-het-vuren van 48 uur rond de belegerde Syrische stad Aleppo. Het ministerie van Defensie liet donderdag weten bereid te zijn het voorstel daarover van VN-gezant Staffan de Mistura te steunen.
De „humanitaire gevechtspauzes” zijn bedoeld om konvooien de stad in te kunnen brengen. Nu is dat te gevaarlijk, met als gevolg dat honderdduizenden mensen verstoken blijven van broodnodige hulp. Aleppo is de grootste stad van Syrië. Voor het uitbreken van de burgeroorlog woonden er meer dan twee miljoen mensen. Het grootste deel van de stad is in handen van het regime, maar een aanzienlijk gedeelte is ondanks hevige gevechten en bombardementen nog altijd in handen van rebellengroepen. Zo’n driehonderdduizend mensen zijn omsingeld en leven in erbarmelijke omstandigheden.
Rusland en de Syrische regering kwamen eerder met het plan om de wapens iedere dag drie uur lang te laten zwijgen. Maar dat is volgens de VN te kort om de benodigde spullen naar belegerde wijken te brengen. Rusland twiijfelde eerst over een langere periode, maar ging donderdag overstag. Defensie in Moskou meldde dat de eerste gevechtspauze volgende week kan ingaan.
Minister Bert Koenders waarschuwde onlangs dat er een „reëel risico” is dat de naam Aleppo net als Rwanda en Srebrenica „synoniem wordt met het falen van de internationale gemeenschap”. Hij pleit voor een wapenstilstand en voedseldroppings vanuit de lucht om de bevolking te helpen.