Buitenland

Israëlische hulpverlener krijgt Muhammad Ali Award

Het aantal vluchtelingen naar Europa lijkt dit jaar te halveren. In de eerste helft van 2016 maakten er 231.075 de oversteek naar Griekenland, Italië of Spanje. Maar we kunnen er zeker van zijn dat de exodus doorgaat als we letten op de chaos in Irak en Syrië en de gebrekkige opvangmogelijkheden in de landen daaromheen.

13 August 2016 16:37Gewijzigd op 16 November 2020 05:43
Israëlische hulpverleners actief in de zorg voor vluchtelingen. beeld IsraID
Israëlische hulpverleners actief in de zorg voor vluchtelingen. beeld IsraID

De hulp die de Israëlische regering aan de migranten heeft gegeven, is zeer beperkt in vergelijking met Libanon, Jordanië en Turkije. Maar dat wil niet zeggen dat er vanuit Israël geen hulp op gang is gekomen. Particulieren en organisaties hebben hun best gedaan hun medemensen te helpen. Een vooraanstaande rol speelt de niet-gouvernementele organisatie IsraAID. Deze week werd bekend dat het hoofd van de organisatie, Navonel Glick, een van de winnaars is van de Muhammad Ali Award 2016 voor humanitaire hulp. Die wordt gegeven aan jongvolwassenen die een positieve verandering in de wereld hebben veroorzaakt. De prijs is genoemd naar de deze zomer overleden Amerikaanse bokser.

IsraAID werd in 2001 opgericht. Drie jaar geleden begon de organisatie de vluchtelingen in het Midden-Oosten te helpen. Eerst in Jordanië, daarna in Irak. De medewerkers gaven voedselpakketten, matrassen, dekens en andere spullen. Vorig jaar augustus ging een team op het Griekse eiland Lesbos aan de slag en vervolgens op de Balkanroute. Ze hielpen de overlevenden met praktische zaken als het begraven van de doden, ze gaven medische hulp en ze boden psychosociale bijstand.

Inmiddels is er ook in Duitsland een team aan de slag in samenwerking met opvangcentra en het Duitse ministerie van Onderwijs. Daar geven teamleden lessen in talen en in technische vakken.

In totaal doen of deden 150 Israëliërs aan de activiteiten van IsraAid mee. De kortverbanders zijn vrijwilligers, de langverbanders krijgen een salaris. Niet iedereen kan zomaar meedoen: ze moeten vakkennis hebben.

Een voordeel is dat de meeste Israëlische hulpverleners de taal van de vluchtelingen spreken. De teams bestaan namelijk uit Arabisch sprekende Israëlische Joden, moslims, bedoeïenen en druzen. Medewerkers van IsraAID zeggen dat de vluchtelingen vaak verbaasd reageren als ze merken dat Israëliërs hen helpen. Hun autoriteiten hebben hen namelijk jarenlang volgepompt met anti-Israëlische propaganda.

„Wanneer iemand van de boot gered wordt, een kind hartmassage krijgt of wanneer wonden verbonden moeten worden, worden geen vragen gesteld”, zegt Mickey Noam-Alon van IsraAID. „De mensen hebben gewoon hulp nodig. We maken er geen groot punt van waar we vandaan komen. Maar als iemand vraagt uit welk land we zijn, dan vertellen we dat. Over het algemeen vinden ze het mooi en ze reageren ook verbaasd. In de vluchtelingenkampen, waar we langer blijven, worden we heel hartelijk ontvangen. Ze vinden het belangrijk dat velen uit onze staf Arabisch spreken en hun cultuur begrijpen. En toch komen we uit Israël.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer