„Arts niet verplichten jihadist aan te geven”
Nederlandse artsen moeten niet hun beroepsgeheim schenden als een vermeende jihadist ze vertelt over gewelddadige ideeën. Dat mag alleen bij hoge uitzondering, bijvoorbeeld bij een concrete dreiging. Artsenfederatie KNMG heeft hierover een richtlijn opgesteld, in een reactie op de voornemens van Duitsland om een wettelijke meldplicht in te voeren voor artsen in de strijd tegen terreur.
Volgens KNMG is ook de aankondiging dat een patiënt wil afreizen naar het buitenland om zich aan te sluiten bij bijvoorbeeld een terroristische organisatie onvoldoende reden het beroepsgeheim te doorbreken. Hiervoor is het „dreigend gevaar” niet concreet genoeg, stelt de organisatie. „Dat is hooguit anders als de betrokkene dreigt kinderen of anderen tegen hun zin daar naartoe te ontvoeren.”
KNMG meent dat zonder beroepsgeheim patiënten het bezoek aan de arts misschien uitstellen of niet meer alles vertellen wat ze dwars zit. „Dat is onwenselijk en gevaarlijk, voor de patiënt en voor de samenleving als geheel.”
In ons land is het bij wet geregeld dat artsen hun beroepsgeheim in uitzonderlijke gevallen en onder strenge voorwaarden mogen doorbreken. Een dokter mag bijvoorbeeld niet iets verklaren om een reeds gepleegd strafbaar feit op te lossen. Alleen bij toekomstige gevaren kan worden afgeweken, zoals bij angst voor een mogelijke aanslag door een patiënt. Ook het anoniem doorgeven van informatie via Meld Misdaad Anoniem is volgens de artsenorganisatie niet toegestaan.
Voor bijvoorbeeld infectieziekten, euthanasie of gedwongen opname geldt wel een meldplicht. KNMG vindt dit voor terreur te ver gaan. „De arts wordt zo een verlengstuk van justitie.”