Geschiedenis

Iraanse kunst in ”Pompeï van het noorden”

Voor het eerst sinds de ondertekening van het nucleaire verdrag met het Westen toont Iran zijn mooiste objecten uit het Archeologisch Museum van Teheran –van vóór de opkomst van de islam– in het buitenland. Niet in een Europees topmuseum, maar in een kunstinstelling in een Italiaans stadje met 3000 zielen.

Ewout Kieckens
2 August 2016 21:37Gewijzigd op 16 November 2020 05:30
De Achaemeniden hadden een hoog ontwikkelde cultuur. Deze rhyton bijvoorbeeld, een drinkhoorn, is van puur goud. Het is nauwelijks hoe de goudsmeden, met de beperkte gereedschappen tot zo’n verfijnde afwerking in staat waren. beeld Ewout Kieckens
De Achaemeniden hadden een hoog ontwikkelde cultuur. Deze rhyton bijvoorbeeld, een drinkhoorn, is van puur goud. Het is nauwelijks hoe de goudsmeden, met de beperkte gereedschappen tot zo’n verfijnde afwerking in staat waren. beeld Ewout Kieckens

Een enorme leeuwenklauw van zwart, gepolijst kalksteen. Dat is wat de bezoeker van het Archeologisch Museum van Aquileia direct opvalt. De leeuwen­klauw maakte zo’n 2500 jaar geleden deel uit van een kapiteel van een van de mogelijk honderd zuilen van de audiëntiehal in het Perzische Persepolis. De stad was het centrum van de Achaemeniden, een Perzische dynastie die in de vijfde eeuw voor Christus heerste over een enorm landgebied, dat liep van Griekenland tot Iran en ook het Midden-Oosten en Egypte omvatte. Een rijk dat ook uit de Bijbel bekend is en dat uiteindelijk, zoals voorspeld door Daniël, door toedoen van Alexander de Grote in 330 aan zijn einde kwam.

Het is bijzonder dat belangrijke Perzische voorwerpen in een onbekend museum in een vrijwel onbekend stadje worden tentoongesteld. Daar zijn uiteraard redenen voor. Het hoofd van de Stichting Aquileia, het overkoepelende orgaan dat de cultuurschatten van Aquileia beheert, is de voormalige Italiaanse consul in Iran. Het helpt natuurlijk ook dat Italië in Iraanse ogen een streepje voor heeft. Ondanks embargo’s van westerse landen onderhielden beide landen traditioneel gezien een goede band. De Iraanse president Ruhani bezocht Italië als eerste Europese land na de onder­tekening van het nucleaire akkoord een jaar geleden. Ook is het mogelijk dat andere musea zaten te slapen. „Misschien hebben andere musea niet bij de Iraanse autoriteiten gevraagd naar de mogelijkheden”, zegt Marta Novello. Zij is de directeur van het museum, dat tot 30 september onderdak biedt aan voorwerpen die de grootsheid van de Perzische cultuur laten zien.

Met de tentoonstelling willen beide landen naar eigen zeggen „culturele diplomatie” bedrijven. „Een gedeelde culturele erfenis is een van de beste middelen voor een constructieve dialoog tussen verschillende volkeren”, zei Masud Soltanifar, de vicepresident van Iran, een maand geleden bij de opening van de tentoonstelling in Aquileia, een stadje dat op ruim 100 kilometer afstand van Venetië ligt. „Dat is extra belangrijk in een tijd waarin de erfenis van de menselijke beschaving wordt vernietigd.”

Hoofdrol

Op de tentoonstelling zijn het vooral leeuwen en stieren die de hoofdrol spelen. „Deze dieren worden het meest afgebeeld in de Perzische kunst. Het past bij de klassieke strijd tussen kwaad en goed, waarbij de leeuw als vertegenwoordiger van het goede wordt afgebeeld”, zegt Novello. Tegelijkertijd wordt (toch) ook de leeuwenjacht afgebeeld als summum van menselijke moed. De Achaemeniden hadden een hoogontwikkelde cultuur. De voorwerpen zijn van goud, brons, terracotta, faience en het prachtige lokale zwarte kalksteen. De Achaemeniden hadden vooral iets met goud. Neem de tentoongestelde rhyton, een drinkhoorn, die niet van bot was, maar van puur goud en die zo verfijnd is afgewerkt dat je je bijna afvraagt of ze in de vijfde eeuw voor Christus al de beschikking hadden over geavanceerde lenzen of computergestuurde mechanieken.

Andere geweldenaar

De rhyton heeft tal van oorlogen overleefd. De drinkhoorn maakte het einde van de Achaemenidische cultuur mee. Die eindigde toen Alexander de Grote in het jaar 330 voor Christus Persepolis innam. De stad werd later verwoest. Aquileia bestond destijds nog niet. Die stad werd gesticht in 192 voor Christus en groeide onder keizer Constantijn uit tot een plaats van naar schatting 200.000 inwoners. Ook Aquileia werd verwoest. Het was het jaar 452, toen een andere bekende geweldenaar uit de geschiedenis erop los sloeg: Atilla de Hun.

Aquileia is een interessant stadje, eigenlijk meer een archeologische vindplaats. Een ”Pompeï van het noorden”, naar de teruggevonden antieke stad bij Napels. Het Archeologisch Museum heeft in zijn vaste collectie prachtige vondsten te tonen, zoals een haarnetje van gouddraad, attri­buten voor het weven van stof en glas in alle vormen, maten én kleuren.

Het museum weerspiegelt het belang van de stad. Aquileia was de op drie na grootste en belangrijkste stad van het Romeinse Rijk. Hij lag op 10 kilometer van zee, en vormde daarmee een belangrijk knooppunt aan de Adriatische kust. Hier liepen de handelslijnen van Rome over de Balkan naar het oosten en over de Alpen naar het noorden. Handelaren brachten hun eigen gebruiken en religies mee. Er waren Egyptenaren die de godin Isis vereerden. Ook het christendom werd er al vroeg gebracht, naar het schijnt door de evangelist Markus. Vanwege de link met de apostel werd Aquileia verheven tot patriarchiaat, waarvan er in de Rooms-Katholieke Kerk maar zes bestaan (later zou het patriarchaat van Aquileia verplaatst worden naar Venetië). „Er was een grote mate van tolerantie in deze stad”, aldus de museumdirecteur. „Verschillende religies konden goed met elkaar samen­leven”, zo sluit Novello aan bij het concept van ”culturele diplomatie”. De paleo-christelijke basiliek van Aquileia, op 300 meter van het museum, is een pareltje vanwege de 700 vierkante meter grote mozaïekvloer met onder andere afbeeldingen van Jona en de walvis.

Verwondingen

Persepolis en Aquileia hebben nog een andere overeenkomst. Ze liepen beide ‘archeologische verwondingen’ op. Het is mooi om de weinige schatten die van de Achaemenidische cultuur over zijn gebleven schouder aan schouder te zien met de culturele resten van het Romeinse Rijk. Maar tegelijk klopt er iets niet. In de vierde eeuw voor Christus, als Persepolis op instorten staat, is Rome nog een stadje, weliswaar in opkomst, maar nog niet toonaangevend in Europa en het Middellandse Zeegebied. Dat zal nog duren tot na de geboorte van Christus.

In Perzië heerst dan het koningshuis van de Sassaniden. Perzië beleefde –na de Achaemenidische dynastie– de tweede en laatste bloeiperiode voordat het land islamitisch zou worden. Op de tentoonstelling zijn ook enkele objecten uit de Sassanidische cultuur te zien. De tijd heeft niet stilgestaan, maar de motieven en thema’s zijn hetzelfde en leeuwen vormen een hoofdbestanddeel van de kunst uit die periode. Het topstuk is een zilveren schotel, die deels is verguld, met daarop een jachtscène die weergeeft hoe een vorst een opspringende leeuw doodt. De man zit, met pijl-en-boog, achterstevoren op het paard en mikt zelfverzekerd op de leeuwenborst. Het mooi opgetuigde paard gaat in galop, maar de ruiter, mogelijk een Sassanidische vorst, blijft onverstoorbaar.

De tentoonstelling ”Leeuwen en stieren” is tot en met 30 september te zien in het Archeologisch Museum van het Italiaanse Aquileia (in de basiliek), Piazza Capitolo 1.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer