Terug uit het kalifaat: ben je dader of slachtoffer?
Een vliegtuig uit Irak landt op Schiphol. De marechaussee is alert: op de passagierslijst staat iemand die ervan wordt verdacht bij Islamitische Staat te zijn geweest. Oppakken dus. Maar wie is een terrorist van IS en wie is dat moorddadige regime juist ontvlucht?
Maandagavond. De 20-jarige Laura Hansen uit Leidschendam zet weer voet op vaderlandse grond, met haar dochtertje en zoontje. Bijna een jaar is ze weg geweest. Een deel van die tijd heeft ze in Raqqa gewoond, de zelfbenoemde hoofdstad van IS in Syrië.
Voor de marechaussee is het dan ook geen vraag wat te doen. Aanhouden en verhoren, dat in elk geval. Het is een standaardprocedure voor iemand die op het grondgebied van het kalifaat is geweest. Maar dan? Vastzetten?
Dat is in het geval van Laura nog altijd niet duidelijk. De reden: het is niet helder wat Laura precies heeft gedaan. Zelf zegt de als tiener tot de islam bekeerde vrouw dat ze tegen haar wil in het kalifaat was. Haar man, een in Duitsland geboren Palestijn, zou haar vorig jaar september onder dwang hebben meegenomen naar Syrië. Vorige maand wist ze naar eigen zeggen te ontsnappen, mét haar twee kinderen, Iman en Abdullah. Die zijn intussen onderbracht in een pleeggezin.
Shariapolitie
Het verhaal van Laura kan waar zijn. Maar het hoeft niet. Sommige deskundigen twijfelen eraan, omdat het de vrouw wel erg goed uitkomt. Ook sommige vrouwen vervullen in het kalifaat kwalijke rollen, zoals bij de shariapolitie.
Is ze tóch in de eerste plaats slachtoffer, dan kan ze dienen als antireclame voor IS, stelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Terugkeerders die in eigen kring het succesverhaal van IS ondergraven, zijn hard nodig.
De vraag blijft dus: wat heeft Laura exact gedaan? Maar waarheidsvinding is bijna onmogelijk. Dat geldt bij mensen die de achterliggende tijd zijn teruggekeerd –zo’n 40 van de naar schatting 260 uitreizigers sinds 2012– maar ook bij de tientallen mensen die dat waarschijnlijk nog zullen doen.
Tekenend is het verhaal van Aïcha uit Limburg, net als Laura een tot de islam bekeerde jonge vrouw. Zij vertrok in 2014 naar het kalifaat, om daar met een Turks-Nederlandse jihadist te trouwen, maar kreeg naar eigen zeggen spijt. Vorig jaar kwam ze terug. Er kwam geen rechtszaak tegen haar omdat er geen bewijs was van strafbare feiten.
Justitie lijkt in elk geval minder dan eerst geneigd om terugkeerders op hun blauwe ogen te geloven. Wie nu nog terugkomt uit het kalifaat, kon immers al lang weten dat het daar niet goed zit, redeneert de rechter.
Dat geldt zéker voor terugkerende mannen. Zij worden doorgaans gezien als strijders. Enkele van hen zijn intussen veroordeeld en kregen celstraffen van zo’n vier, vijf jaar.
Jezelf aansluiten bij een jihadistische groep is voor de rechter al genoeg om veroordeeld te worden, zo blijkt uit gerechtelijke uitspraken van de achterliggende twee jaar, waarmee de rechters alvast ervaring hebben opgebouwd met deze lastige materie.
Die ervaring zal naar verwachting de komende jaren hard nodig zijn. IS wordt steeds meer in de verdediging gedrukt, waardoor duizenden inwoners van het kalifaat de komende tijd waarschijnlijk op de vlucht zullen slaan.
Ongekende uittocht
Afgelopen weekend waarschuwde de Amerikaanse inlichtingendienst FBI daarvoor. „Op een bepaald moment komt er een ongekende uittocht van terroristen uit Syrië”, zei FBI-directeur James Corney op een conferentie. Die uittocht zal volgens hem vooral naar West-Europa leiden, waar immers ook veel IS-strijders vandaan komen.
De opeenvolgende aanslagen van deze zomer in Duitsland en Frankrijk zouden niets voorstellen wanneer deze terugkeerders vrij spel krijgen, waarschuwde de directeur.
Kortom, terugkeerders gaan volgens hem nog vaak voor moeilijke situaties zorgen. De beoordeling van wat ze precies hebben gedaan, is daarvan misschien nog wel de makkelijkste. De beoordeling van wat ze eventueel nog gáán doen, is veel moeilijker.