Column: Burgers betalen de prijs voor fouten die politici maken
Het is triest als politici fouten maken waarvoor volgende generaties een hoge prijs betalen. Voorbeelden zijn er te over. We hoeven alleen maar te denken aan de beslissing van de Amerikaanse president Bush om het bewind van de Iraakse dictator Saddam Hussein omver te werpen. Daardoor hief hij de barrière tegen Iran op, kwamen extremistische groepen als IS tot bloei, nam de christenvervolging toe en sloegen Arabieren op de vlucht.
Of de Palestijns-Arabische leiders die in 1947 het verdelingsplan van de Verenigde Naties verwierpen, waardoor de Palestijnen geen staat kregen en deels vluchteling werden. Of –om in de huidige tijd te blijven– de Europese politici die een immigratiebeleid voeren waarvan zeker is dat het negatieve gevolgen heeft voor de veiligheid van de burgers.
Ook de beslissingen van de Israëlische regering-Netanyahu maken kans om straks in dit lijstje te worden opgenomen. Ik heb het nu niet over de feitelijke annexatie van grote delen van de Westelijke Jordaanoever, waardoor Israël zijn voortbestaan als Joodse en democratische staat riskeert. Nee, laten we het vandaag eens hebben over de economie.
U hebt waarschijnlijk gehoord dat het goed gaat met de Israëlische economie. Israël is een hightechwonder, de werkloosheid is laag en de economie zit in de lift. Maar vandaag de dag veranderen de zaken. De hightech stagneert door het gebrek aan jongeren met opleidingen in exacte vakken. De werkloosheid blijft inderdaad laag, maar dat geldt ook voor de minimumlonen, terwijl de prijzen van huizen gewoon verder stijgen. De economische groei neemt af van 4,5 naar 2,5 procent omdat de export naar Europa daalt door een te dure sjekel.
Als het aan de regering-Netanyahu ligt, krijgt de economie nog een paar klappen. In 2013 besloot de regering dat kinderen op religieuze scholen naast godsdienstles minstens elf uur onderwijs moeten krijgen in exacte vakken om volledige subsidie te ontvangen. Al is de wet nooit toegepast, de orthodoxe partijen willen dat de regering de bepaling schrapt. In plaats van ervoor zorg te dragen dat alle religieuze leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben, geeft Netanyahu toe omdat hij de steun van de orthodoxen nodig heeft om op het pluche te blijven. Gelukkig geven de meeste ultraorthodoxe scholen deze vakken toch.
Minister Moshe Kahlon (Financiën) wil het woningaanbod vergroten. Dat is een lovenswaardig idee, mits dat gebeurt door huizenbouw. Maar hij wil burgers met meerdere huizen opporren om die te verkopen. Om dat te bereiken, moeten zij vanaf volgend jaar hoge belastingen gaan betalen. Maar het zijn juist deze eigenaren die hun huizen verhuren. De verwachting is dat, als Kahlon zijn zin krijgt, zij de extra lasten doorberekenen aan de huurders. De scheve loon-prijsverhouding is de belangrijkste oorzaak dat Israëliërs het land verlaten.
Hopelijk komt er een dag dat Israël hoogkwalitatieve leiders krijgt. De hardwerkende burgers verdienen het.