OM wil medeverdachten Murat in cel
De twee medeverdachten in de zaak tegen Murat D. hebben vrijdag fors uiteenlopende celstraffen tegen zich horen eisen voor de rechtbank in Den Haag. Dat gebeurde een dag nadat de 17–jarige Murat vijf jaar celstraf en tbs tegen zich hoorde eisen wegens het doodschieten van onderdirecteur Hans van Wieren van het Terra College, op 13 januari in een volgepakte schoolkantine.
Officier van justitie N. Boersma vindt dat Hüseyin S., bijnaam Guus, drie jaar de gevangenis in moet omdat hij medeplichtig zou zijn aan moord. Guus (25) leverde Murat het wapen dat werd gebruikt om Van Wieren dood te schieten. De aanklaagster eiste een maand jeugddetentie tegen een tweede medeverdachte, de minderjarige Abdullah O. Die zou het moordwapen op verzoek van Murat hebben verstopt in bosjes vlakbij de school.
Guus speelde volgens het OM een veel belangrijkere rol in het drama. Hij kwam op 13 januari rond 13.00 uur met zijn auto naar het Terra College, naar eigen zeggen om zijn vriendin Warda op te halen. Hij vond het wel wat vreemd dat Murat, die ook bevriend was met Warda, maar die hij pas anderhalve maand kende, hem die ochtend twee keer belde, maar zocht er niets achter. Hij kende Murat en diens vrienden van het internetcafé waarvan hij eigenaar is.
Murat wist dat Guus over een pistool beschikte. De verdachte van het doodschieten van onderdirecteur Hans van Wieren heeft gezegd dat Guus hem vlak voor het fatale schot in de auto heeft uitgelegd hoe het wapen werkte. Guus noemt dat een leugen. Hij zegt overrompeld te zijn door Murat. „Ik zei ’Wat doet die nou?’. Pakt een pistool en loopt zomaar weg. Ik heb erg op hem gescholden, dat zal ik hier niet herhalen."
„Ik heb niks verkeerds in hem gezien. Hij leek een normale jongen", zei Guus tegen rechter C. Dettmeijer. „Murat had alles onder controle. Hij was de baas op school. Opeens zat hij bij me in de auto. Hij zei in het Turks ’ik ga iemand doodschieten. Geintje, geintje’. Hij keek me strak aan en toen zag ik even de duivel in zijn ogen. Toen ging hij er vandoor met het wapen." Even later schoot Murat Hans van Wieren van korte afstand in het hoofd. De docent overleed later die dag in het ziekenhuis.
Het OM is het niet eens met de lezing van Guus. De man, in het verleden al eens veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf wegens drugshandel, zou in tegenstelling tot wat hij zelf beweert wel degelijk enige kennis hebben gehad van de plannen van Murat. Hij gaf de minderjarige scholier een geladen pistool. En het OM gaat er vanuit dat Guus vlak voor het fatale schietincident nog uitleg heeft gegeven aan Murat over de werking van het pistool.
De aanklaagster rekent het Guus zwaar aan dat hij nauwelijks pogingen heeft gedaan om Murat tegen te houden. Verder vindt ze het zeer kwalijk dat Guus de schoolleiding niet heeft gewaarschuwd en ook niet met 112 heeft gebeld. „Hij stapt in zijn auto en rijdt weg. Dat vind ik kwalijk", aldus Boersma.
De raadslieden van Hüseyin stellen dat het OM geen bewijzen heeft om de zware aanklacht te onderbouwen. De aanklaagster zou het begrip medeplegen veel te ver oprekken in het nadeel van hun cliënt. „Het OM trekt allerlei conclusies zonder daarvoor bewijs te leveren", aldus een van de advocaten. Guus verdient volgens zijn raadslieden alleen straf omdat hij een pistool in zijn bezit heeft gehad. Hij zei zich nooit schuldig te hebben gemaakt aan drugshandel. „Ik had alleen wat cocaïne bij me".
Guus beweerde dat hij het pistool had gevonden op het politiebureau. Hij was daar om een verklaring af te leggen over een beroving, waarvan hij rond oud en nieuw het slachtoffer was geworden. De politie is nog bezig met een intern onderzoek naar de gang van zaken rond het pistool op het politiebureau.
De rechtbank doet op donderdag 29 april uitspraak in alledrie de zaken. Dat gebeurt in een openbare zitting vanaf 10.00 uur.