Het gaat vooral om kinderen in Afghanistan, de Democratische Republiek Congo, Irak, Nigeria en Syrië. Zij worden volgens de mensenrechtenorganisatie gevangen gehouden en in sommige gevallen gemarteld. Dat gebeurt vooral om bekentenissen uit te lokken, bijvoorbeeld omdat familieleden worden verdacht van terroristische activiteiten. Ook baby’s worden vastgehouden wanneer hun moeders onder verdenking staan.

Volgens het rapport zijn veel kinderen geslagen en verkracht. Ook kregen sommigen elektrische schokken toegediend, moesten ze zich helemaal uitkleden of werden ze bedreigd met executie. „De onbeperkte detentie en marteling van kinderen moet stoppen”, zegt Jo Becker van Human Rights Watch.

In landen als Afghanistan, Irak, Nigeria, Somalië en Syrië houden de autoriteiten honderden kinderen gevangen. Velen hebben geen toegang tot advocaten en worden opgesloten in overvolle cellen met volwassenen en zonder voldoende voedsel en medische zorg.

Volgende week dinsdag spreekt de VN Veiligheidsraad over de situatie van kinderen in oorlogsgebieden.

Het rapport is gebaseerd op onderzoek van Human Rights Watch zelf en rapporten van de Verenigde Naties.