Onderzoek naar obstakels bij naturalisatie
De Nationale ombudsman gaat onderzoek doen naar obstakels waar voormalige asielzoekers met een pardonvergunning tegenaan lopen als ze willen worden genaturaliseerd. Het gaat met name om mensen in zogeheten bewijsnood. Zij kunnen geen geldig paspoort of gelegaliseerde geboorteakte overleggen, terwijl dat sinds 2009 vereist is om Nederlander te worden.
Voor veel van de ‘pardonners’ is het niet kunnen overleggen van paspoort of geboorteakte een reden om dan maar af te zien van naturalisatie, terwijl ze daar wel voor in aanmerking willen komen. Alleen in streng omschreven gevallen hoeft geen paspoort of geboorteakte te worden getoond.
Naar aanleiding van vijf klachten over de procedure, wil de Nationale ombudsman weten hoe de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met de bewijsnood omgaat. Omdat het ook kinderen en jongeren betreft, wordt het onderzoek mede gedaan door de Kinderombudsman.
Wie de Nederlandse nationaliteit niet heeft, kan problemen krijgen bij reizen naar het buitenland, het afsluiten van verzekeringen en hypotheken of het uitoefenen van bepaalde beroepen.
Door de pardonregeling in 2007 kregen 27.000 vreemdelingen een verblijfsvergunning. Na vijf jaar kan een verzoek tot naturalisatie worden ingediend. Tot eind september 2014 bleken maar 9350 van deze ‘pardonners’ een aanvraag te hebben gedaan. Meer dan achthonderd verzoeken werden afgewezen, in de meeste gevallen omdat de identiteit en/of de nationaliteit niet konden worden vastgesteld.