„Sommige kinderen zijn vel over been als we hen voor het eerst zien”
Unicef luidt de noodklok om de situatie van kinderen in Nigeria. In het noordoosten van het Afrikaanse land zijn een kwart miljoen kinderen ernstig ondervoed. Een vijfde van hen is in levensgevaar, zegt Arjan de Wagt. „Sommige kinderen zijn vel over been als we hen voor het eerst zien.”
De belangrijkste veroorzaker van de voedselcrisis is Boko Haram. De terreurbeweging zaaide lange tijd dood en verderf in met name deelstaat Borno. Dorpen werden overvallen, bewoners vermoord. Mensen sloegen op de vlucht, er werd weinig verbouwd en de handel kwam nagenoeg stil te liggen.
Geholpen door militairen uit omliggende landen als Kameroen, Niger en Tsjaad drong het Nigeriaanse leger de terreurgroep afgelopen jaar flink terug. Daardoor bereiken hulporganisaties steeds meer ontheemden in de regio. Volgens Unicef is de situatie nu al ontluisterend, terwijl de volledige omvang van de crisis nog niet eens in beeld is.
„In vluchtelingenkampen die we bezoeken, is de nood hoog”, zegt Arjan de Wagt, hoofd voedingsprogramma van Unicef Nigeria. „Vrijwilligers trekken van hutje naar hutje. Zij onderzoeken kinderen en sturen degenen die lijden aan acute ondervoeding naar klinieken waar ze speciaal energierijk voedsel krijgen toegediend. Wij schatten dat zo’n 244.000 kinderen deze voeding nodig hebben. Als de hulp niet snel komt, zullen pakweg 49.000 kinderen sterven.”
Nog eens een kwart miljoen kinderen lijden aan een minder ernstige vorm van ondervoeding.
De groep die het zwaarst getroffen wordt, wordt volgens de Unicefmedewerker gevormd door kinderen van een halfjaar tot een jaar of vijf. Andere kwetsbare groepen zijn zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven.
De afgelopen maanden bezocht De Wagt geregeld het gebied. Onderweg zag hij uitgestorven dorpjes. In een ziekenhuis waar hij kwam, werkte nog maar één dokter, geassisteerd door vijf verplegers. De andere hulpverleners waren gevlucht voor Boko Haram. „De terroristen hadden alle medicijnen, verbandmaterialen en zelfs matrassen geroofd. Ik zag één patiënt met een grote snijwond die heel provisorisch was verbonden. Het was er een complete chaos. Andere ziekenhuizen in het gebied functioneren helemaal niet meer.”
Geen toegang
Door de toestroom van vluchtelingen groeide provinciehoofdstad Maiduguri in korte tijd van 800.000 inwoners naar een inwonertal van 2,2 miljoen. „Op straat lopen kinderen blootsvoets en in oude kleren. Ook zie je veel bedelaars. Dat zijn allemaal indicatoren van extreme armoede.”
Doordat Boko Haram in sommige gebieden nog steeds de lakens uitdeelt, kunnen veel mensen nog niet worden bereikt. De Wagt schat dat op dit moment ongeveer 2 miljoen mensen van hulp verstoken zijn. „We hopen snel toegang tot andere gebieden te krijgen. Zodra het veilig genoeg is, gaan we erheen.”
Een probleem waar Unicef net als andere hulpverleningsorganisaties mee te kampen heeft, is gebrek aan geld. De Wagt: „Unicef vroeg begin dit jaar 55,5 miljoen dollar (ruim 50 miljoen euro) om de problemen in het noordoosten van Nigeria het hoofd te kunnen bieden. Daarvan is nog maar 23 miljoen dollar binnen. Met het geld dat we hebben, doen we wat we kunnen.”