Navolgers gevraagd, geen naambelijders
Het thema ”discipelschap” is in. In een tijd van afkalvende volkskerken komt het steeds meer aan op een kern van overtuigde kerkleden. Maar ligt daarbij het gevaar van activisme of elitair christendom niet op de loer? Anderen benadrukken juist de Bijbelse achtergrond van het thema. „Jezus vraagt getuigen en navolgers, geen praters of naamchristenen.”
De IZB, een organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland die gericht is op zending in Nederland, koos in 2012 voor discipelschap als kernwoord voor zijn visie op de roeping van de gemeente in de samenleving. De dragende gedachte is dat missionair gemeente-zijn en discipelschap onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Het gaat om het levende geloof en het toegewijde leven van de leden van de kerk, zo licht IZB-directeur dr. J. A. van den Berg toe. „We hebben geconstateerd dat we het als kerk niet redden met het aanpassen van vormen of het aankleden van leuke activiteiten. Kern van de navolging is dat we laten zien wie Christus Zelf is en dat we van Hem getuigen. En hoe kun je van Hem getuigen als je niet hebt ervaren wie Hij is? Het gaat in het christelijk leven niet om woorden, maar om het levende spreken. Onze tijd heeft dringend identificatiefiguren nodig.”
In oktober start de IZB een pilot waarbij in tien gemeenten kerkenraden intensief begeleid worden om het leven met Christus te verbinden met het leven van alledag. Dr. Van den Berg: „Als organisatie zijn we afgestapt van ”u vraagt, wij draaien”. We zoeken naar hoe Christus concreet gestalte heeft gekregen en nog meer kan krijgen in de gemeenten.”
Actiever begrip
Ten opzichte van de verwante term heiliging veronderstelt het woord discipelschap een veel actievere houding. Bij heiliging overheerst –vanwege de nauwe samenhang met rechtvaardiging– vooral het ”geschenkkarakter”, bij discipelschap is er meer sprake van dynamiek, wijzend op een relatie met Christus.
Dr. Van den Berg begrijpt het gevaar van activisme, maar dat zal er altijd zijn, zo voegt hij eraan toe. „Het begrip discipelschap heeft veel raakvlakken met de gereformeerde traditie. Denk alleen al aan het feit dat in zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus de benaming Christus rechtstreeks wordt verbonden met de christen. Onze insteek is ook dat we beginnen met de genadige roeping van Jezus. Het gaat niet om de discipel, maar om Christus, maar dan wel de manier waarop Hij in ons leven weerspiegeld wordt.”
Geen elitegelovigen
Als het christelijk leven exclusief in termen van heiliging wordt opgevat, is het gevaar groot dat men in de sfeer terechtkomt van het steeds heiliger worden. Er ontstaat een soort elitair discipelschap, een groep bijzondere gelovigen die naar eigen zeggen uitsteekt boven de anderen en de rest van de wereld afschrijft. Soms wordt zelfs de teloorgang van de volkskerk toegejuicht. Er zou sprake zijn van een zuiveringsproces waarbij de ‘echte’ kern overblijft.
De Bijbel laat echter zien, zo schreef onlangs de hervormde theoloog dr. W. Dekker, dat de discipelen van Jezus niet altijd zulke trouwe volgelingen waren. Juist de schare was verlegen om het onderwijs van Jezus. Vanuit dat perspectief voert Dekker dan ook een pleidooi om kerk te zijn voor de wereld die in de ogen van God niet (maar voor de kerk misschien wel) afgeschreven is.
Prof. dr. H. van den Belt, hoogleraar namens de Gereformeerde Bond, verklaart het huidige accent op navolging vanuit de populaire term participatie in de dogmatiek. Daarmee wordt bedoeld het deelhebben van de gelovige aan Christus. Daarachter ligt volgens hem een toenemende moeite met de juridische termen van de „vreemde vrijspraak” (de toerekening van de genade van buiten de mens), zo schreef hij in een recent themanummer van het tijdschrift Kerk en theologie.
Prof. Van den Belt is ervoor beducht dat het traditionele protestantse onderscheid tussen rechtvaardiging en heiliging op de achtergrond komt. Protestanten hebben vanouds moeite met het begrip navolging gehad. Dit niet alleen vanwege de dubbele moraal voor leken en geestelijken, maar ook vanwege het altijd verborgen gevaar dat de heiliging een voorwaarde wordt voor de rechtvaardiging.
De Bijbelse notitie van navolging mag volgens prof. Van den Belt dan ook niet gelden als vervanging voor het geloof. Wanneer in de leer van de verlossing het deelhebben van de gelovige aan Christus de rechtvaardiging verdringt en tegelijkertijd het accent op de navolging komt te liggen in plaats van op het geloof dat met Christus verenigt, schuift de kern van het heil weg van de vreemde vrijspraak.
Bonhoeffer
Ds. P. Niemeijer, gereformeerd vrijgemaakt predikant in Rijnsburg, constateerde recent dat het tegenwoordig lijkt alsof de redding moet komen van het discipelschap: van de leerling en van zijn attitude, in plaats van dat Christus de Redder van de kerk is door het geloof. Ds. Niemeijer zei lange tijd te hebben bestreden dat er in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt sprake zou zijn van verbondsautomatisme. „Als het er is, zei ik, is het in strijd met waar het in de Vrijmaking om ging. Inmiddels merk ik dat we er inderdaad van uit lijken te gaan dat onze kinderen van de moederschoot af gelovigen zijn. Waarschuwingen voor goedkope genade (Bonhoeffer) en crisisloos geloof (Wim Dekker) zijn geen overbodige luxe.”
Maar juist Bonhoeffer staat bekend als aanjager en pleitbezorger van het begrip navolging, een ander woord voor discipelschap. Deze Duitse theoloog verheugt zich in een grote belangstelling, met name bij jongeren.
Vanuit de gereformeerde gezindte krijgt Bonhoeffer overigens de laatste tijd ook steeds meer kritiek, evenals theologen als Tim Keller en C. S. Lewis. Critici zijn onder anderen dr. C. A. van der Sluijs, dr. P. de Vries, ds. G. Kater, dr. C. S. L. Janse, ds. A. Schreuder en recent ds. P. Mulder. Laatstgenoemde plaatste in De Saambinder, het kerkblad van de Gereformeerde Gemeenten, enkele kritische kanttekeningen bij het feit dat in het boek ”Navolging”, waarin A Kempis, Luther en Bonhoeffer behandeld worden (zie ”Discipelschap, een populair genre”), Bonhoeffer kritiekloos ten voorbeeld wordt gesteld.
De predikant uit Geldermalsen noemt discipelschap een Bijbels thema, zegt hij desgevraagd. „Het is uitermate belangrijk om erover na te denken en zo mogelijk door Gods Geest in praktijk te brengen. We komen hier feitelijk op het terrein van de rechtvaardiging en heiliging.”
Tegelijkertijd wil hij „ vooral benadrukken” dat het allereerst gaat om de verandering van de boom en dan pas om de vruchten. „Wanneer we niet meer beseffen dat het geestelijk leven begint met de wedergeboorte en de inworteling in Christus, dreigt het gevaar van vervlakking. Dat hebben we in de Gereformeerde Kerken gezien. Mijn vrees is dat er in de discussie over discipelschap en verschuiving optreedt van de vraag ”hoe vind ik een genadig God?” naar ”hoe moet ik mijn leven inrichten?””
Geen consumenten
In Nederland is de missie- en toerustingsorganisatie ”Nederland zoekt…” actief met het propageren van discipelschap. Dat doet ze onder meer door seminars en retraites. Nederland zoekt… werkt verder aan de vorming van zogenaamde ”huddels”, een kleine groep leiders die zich moeten ontwikkelen tot zogenaamde discipelmakers.
De Engelse voorganger Mike Breen stelt in zijn boek ”Een cultuur van discipelschap”, dat onder auspiciën van Nederland zoekt… is uitgegeven, dat de meeste christenen zijn opgeleid om de organisatie van de kerk te bouwen en te dienen, maar niet zijn getraind om discipelen te maken. Het is volgens hem zelfs de vraag of je als je de kerk bouwt, discipelen maakt. Breen: „De kans is groter dat je consumenten creëert, die afhankelijk zijn van de spirituele diensten die religieuze professionals aanbieden.”
Discipelschap heeft volgens de Engelse voorganger alles te maken met missionair zijn: mensen bereiken die Jezus nog niet kennen. Dat was het voorbeeld van Jezus Zelf: discipelen maken. Hij heeft mensen niet opgeroepen om de kerk te bouwen, dat doet Hij Zelf. „Onze taak, onze enige taak, de laatste aanwijzing die Hij ons gaf, is dat we discipelen maken. En van daaruit ontstaat de kerk.”
Onder discipelschapscultuur verstaat Breen een levendige en authentieke gemeenschap die openstaat voor God, voor elkaar en voor een wereld in nood. Jezus gaf onderwijs, maar heeft nooit opgeroepen dat wij kennis zouden verzamelen. De bedoeling van Zijn woorden was dat ze in ons werken en dat het niet blijft bij woorden alleen. „Praten is niet genoeg – we zullen echt met Hem moeten wandelen.”
Hype
Remmelt Meijer, verantwoordelijk voor de inhoudelijke doordenking van discipelschap bij Nederland zoekt…, zou het jammer vinden als discipelschap afgedaan zou worden als een hype, zegt hij desgevraagd. „Ik kan me de vermoeidheid van mensen wel voorstellen als het zoveelste model langskomt. Discipelschap is echter een van de grote bouwstenen van de christelijke gemeente. De achtergrond van de toenemende belangstelling voor discipelschap is dat de kerken minder hecht, diverser en losser worden. Gelovigen voelen zich steeds minder deel van een gemeenschap.”
De kerk loopt evenals de verzorgingsstaat tegen haar grenzen aan, aldus Meijer. „Veel christenen zijn consumptief ingesteld, zeker zodra ze de kerk binnengaan. Discipelschap brengt twee elementen weer binnen het gezichtsveld: verantwoordelijkheid nemen als gelovige en het proces van geloven en groeien als je Jezus volgt in je leven. Discipelschap wil zeggen dat je sámen verantwoordelijk bent.” In zoverre strijkt de term mensen en hun individualisme tegen de haren in.
Meijer: „Het is eigenlijk belachelijk dat men discipelschap als iets nieuws beschouwt. We herontdekken alleen iets wat we zijn kwijtgeraakt en is ondergesneeuwd en wat ook omschreven kan worden met de gemeenschap der heiligen of het lichaam van Christus. Dan blijkt het om een van de kernelementen van de Bijbel en de gemeente te gaan. Je wilt samen Jezus volgen, dat kun je toch moeilijk een hype noemen?”
Discipelschap, een populair genre in boekenwereld
Het aantal titels over navolging en discipelschap groeit gestaag. Er wordt onder deze noemer van alles aangeboden: rijp en groen, klassiek en nieuwerwets, genuanceerd en ongenuanceerd, zo constateren dr. H. de Leede en dr. H. Paul in hun boek ”Discipelschap. Een theologische peiling” (uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 2016). Volgens hen is het belangrijk dat er een dam wordt opgeworpen tegen allerlei maakbaarheidsdenken (”hoe word je een discipel in tien stappen”) dat de kerk binnensijpelt.
Discipelschap is volgens hen van belang om een brug te slaan tussen leer en leven. Het gaat om het antwoord geven op de roeping van Jezus tot navolging, zodat mensen in beweging komen, en niet om te ”moeten doen wat Jezus deed”. Discipelschap is verankerd in het ”extra nos” (buiten ons), een kernnotie van de Reformatie. Navolging inspireert tot volharding in een context van vervolging en is vaak een reactie op en een correctie van een te gemakkelijk en te goedkoop christendom.
Al is de term discipelschap van recente datum, de inhoud is feitelijk vele eeuwen oud. Het Nieuwe Testament spreekt immers vaak van navolging, het drukken van de voetstappen van Jezus. Voor de een is de term dan ook synoniem met de praktijk der godzaligheid, voor de ander met het geleefde leven, zo stelt dr. Herman Paul in de bundel. Het blad De Volksvriend introduceerde overigens meer dan honderd jaar geleden het van oorsprong Engelse begrip discipelschap in het Nederlands met deze woorden: „Hoe kunnen ware geloovigen in Christus onderscheiden worden van enkel naamchristenen?”
Een belangrijke aanjager van het onderwerp discipelschap was het boek van dr. Sake Stoppels, ”Oefenplaatsen. Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen” (2013). De groeiende aandacht voor discipelschap had volgens hem te maken met het tekortschieten van een ‘bekeringscultuur’. Er was geen goede inwijding in wat het betekent om leerling van Jezus Christus te zijn. De hernieuwde roep om discipelschapsontwikkeling is een oproep om de diepte in te gaan in plaats van te focussen op de aantallen bekeerlingen.
Navolging is niet alleen een persoonlijke zaak, maar is ook van belang als cultuurmotief, zo poneerde prof. dr. Roel Kuiper in zijn oratie in Kampen in 2014. Hij verwees naar H. Bavinck, die al voor Bonhoeffer over navolging sprak. Volgeling van Jezus zijn, vraagt volgens prof. Kuiper om radicale keuzes die het normale schema van de wereld doorbreken. „Is dit niet de zondeval van de christenen keer op keer, dat ze wel in Jezus zeggen te geloven, maar Hem niet navolgen? Is de vervlakking, de innerlijke secularisatie van christenen, niet het gevolg van het loslaten van de navolging?”
De stroom publicaties houdt nog steeds aan. Uitgeverij Boekencentrum publiceerde ”Tijd om mee te gaan. Over discipelschap vandaag” (2014), van dr. W. Dekker, dr. H. de Leede en dr. A. Markus, gevolgd door de bundel ”Oefenen in discipelschap. De gemeente als groeiplaats van het goede leven” (2015), onder redactie van dr. James Kennedy en dr. Pieter Vos.
Uitgever De Banier publiceerde recent een boek over „drie inspirerende wegwijzers voor het christelijk leven”, A. Kempis, Luther en Bonhoeffer, onder de titel ”Navolging” (2016), geschreven door dr. A. L. H. Hage, dr. H. Klink en dr. A. Huijgen. Op de flaptekst verwijst de uitgever naar de toenemende belangstelling voor discipelschap en studies over leiderschap en navolging. „Hoe kunnen christenen de juiste koers varen in het persoonlijk leven, nu ze minder dan voorheen vinden in institutionele structuren?”
Dr. Herman Paul staat bekend om zijn verzet tegen de passief makende secularisatiethese van sociologen en godsdienstwetenschappers: het verval van de kerk als een logische onomkeerbare ontwikkeling. Hij stelt in de genoemde bundel ”Discipelschap” dat discipelschap vertrouwen behelst in een God Die leeft en mensen nog altijd laat delen in Zijn overvloed. Krimp in de kerk is erg, maar niet het ergste wat de kerk kan overkomen. Dat laatste is wanneer de kerk een boodschap van vrees uitdraagt en niet langer getuigt van Gods trouw in tijden van voor- en tegenspoed, in een tijd dat christenen mat en lauw blijken. En dan is discipelschap het juiste antwoord.