Facebook heeft verantwoordelijkheid in strijd tegen terreur
Als u gebruikmaakt van sociale media, is de kans groot dat u minder prettige ervaringen hebt opgedaan. Op zich lijken sociale media neutraal. Het zijn de gebruikers die de inhoud bepalen. Ze kunnen contact onderhouden met vrienden en familieleden, elkaar vertellen waar ze zijn geweest met vakantie en doorverwijzen naar interessante informatie. Maar het kan er ook minder onschuldig aan toegaan. Mensen kunnen elkaar beledigen, aanzetten tot haat of oproepen anderen te vermoorden.
Sociale media beweren dat ze haatberichten verwijderen. Maar de Israëlische organisatie Shurat HaDin zegt dat Facebook terreurgroepen wel degelijk tolereert. Afgelopen week diende de in Tel Aviv gevestigde burgerrechtenbeweging namens vijf Amerikaanse families een aanklacht tegen Facebook in bij een rechtbank in New York. Die stelt dat Facebook de islamitische terreurorganisatie Hamas jarenlang tolereerde, ondanks herhaaldelijke klachten en waarschuwingen.
Shurat HaDin zegt de rechtbank talloze voorbeelden te hebben overhandigd om te laten zien dat Hamas Facebook gebruikt voor terreurdoeleinden. „Facebook heeft een essentiële rol gespeeld bij de capaciteit van Hamas om terreuractiviteiten uit te voeren”, zegt de aanklacht.
In de Verenigde Staten is Hamas onderworpen aan economische sancties. Deze verbieden personen en organisaties om fondsen en goederen aan de groep te doneren, of er diensten aan te verlenen. Wie dat toch doet, kan aansprakelijk worden gesteld door de slachtoffers. De vijf families eisen een bedrag van 1 miljard dollar aan schadevergoeding.
Het wordt hoog tijd dat de aanbieders van sociale media, zoals Facebook, hun verantwoordelijkheid in de strijd tegen de wereldwijde terreur serieuzer gaan nemen. Aan het beleid van deze sociale media is overigens soms geen touw vast te knopen.
Verbaasd was ik toen ik deze week van een vriend hoorde dat hem de toegang tot zijn Facebookaccount was ontzegd. „Het lijkt erop dat je verschillende accounts hebt, en niet je ware identiteit gebruikt”, beweerde Facebook. Hij heeft inmiddels bewezen dat dat niet het geval is. Daarop kreeg hij weer toegang tot zijn eigen site en tot die van de groepen die hij beheert, maar hij kan daarin nog steeds geen berichten plaatsen. Mijn persoonlijke ervaring is dat Facebook beschaafd is in vergelijking met Twitter. Op Facebook heb ik slechts één persoon hoeven te blokkeren. Op Twitter heb ik er al tientallen in de ban gedaan. In de meeste gevallen gaat het om internettrollen. Dat zijn zuurpruimen die niets zinvols te doen hebben en voortdurend ruzie zoeken. Zij geven lucht aan hun antisemitische gevoelens met bizarre beweringen over Israël en het zionisme.
Het omgekeerde komt ook voor. Dat zijn degenen die menen de wereld te verbeteren door onverdroten tegen de Palestijnen ten strijde te trekken. Trollen blijven anoniem: ze zijn te laf om hun eigen naam of foto bij hun account te plaatsen.