CIA–baas Tenet erkent fouten veiligheidsdiensten
De Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft fouten gemaakt voorafgaande aan de aanslagen in de VS op 11 september 2001. Dat erkende directeur George Tenet woensdag voor de commissie die die aanslagen onderzoekt. De inspanningen van de veiligheidsdiensten richtten zich te veel op het buitenland, met name Afghanistan, in plaats van de VS zelf, aldus Tenet.
Tenet vertelde de commissie dat hij president George Bush in de maand voor de aanslagen geen enkele keer heeft gesproken. Bush verbleef in augustus 2001 op zijn ranch in Crawford, Texas.
De CIA–directeur zei verder dat hij medio augustus 2001 op de hoogte was gebracht dat islamitische extremisten vlieglessen namen, maar dat hij dat niet ter sprake bracht bij een vergadering van Bush’ veiligheidsteam op 4 september. Het was volgens Tenet niet de juiste plaats om die informatie te bespreken. Meer wilde hij over de kwestie niet zeggen.
De hoogste baas van de federale recherchedienst FBI, Robert Mueller, onderstreepte in zijn verhoor dat er sinds de aanslagen „muren zijn geslecht" tussen de verschillende Amerikaanse veiligheidsdiensten. Hoewel hij pas een week in dienst was toen de terroristen in de VS toesloegen, zei hij „een zware last, een schuld, te voelen" voor het feit dat de Amerikaanse autoriteiten de terreurdaden niet konden voorkomen.
Mueller erkende dat zijn organisatie zwakheden kende, zoals het ontbreken van een gecoördineerde samenwerking met andere diensten. Hij gaf ook toe dat er binnen de FBI te weinig aandacht was voor een gecoördineerde analyse van verzamelde informatie waardoor de dienst het gevaar liep gevaarlijke ontwikkelingen te missen. De FBI–baas verzekerde dat er momenteel veel werk wordt verzet om deze tekortkomingen aan te pakken.