Bush en Blair: twee handen op één buik
De Britse oud-premier Tony Blair ligt onder vuur vanwege zijn beslissing om in 2003 tegen Irak ten strijde te trekken. Hij volgde daarmee zijn geestverwant George W. Bush, die het voortouw nam om Saddam Hussein te verdrijven.
„Mijn trouwste partner en beste vriend op het wereldtoneel.” Zo omschrijft de Amerikaanse oud-president Tony Blair in zijn memoires ”Cruciale beslissingen”. De Britse premier bezocht de Verenigde Staten tijdens zijn ambtsperiode maar liefst dertig keer.
Ook toen het conflict met Irak zich toespitste, stond Blair vierkant achter de strategie van Bush. Sterker nog, naar de mening van de voormalige Amerikaanse president was „Tony een strategisch denker die verder kon denken dan de nabije toekomst.”
Maar die lof zwaait hij zichzelf evengoed toe. „Zoals ik later zou begrijpen, waren hij en ik verwante geesten in ons geloof in de herscheppende macht van de vrijheid.”
Maar bovenal beschikte Blair over moed om zich te scharen in de gelederen van de anti-Irakcoalitie, vindt Budh. „Geen enkele kwestie toont dat duidelijker aan dan Irak. Net als ik beschouwde Tony Saddam als een dreiging die de wereld na 11 september niet mocht tolereren. De Britten vormden ook een doelwit van de extremisten. Ze beschikten over uitvoerige inlichtingen over Saddam. En ze begrepen in persoonlijk opzicht ook welke bedreiging hij vormde.”
En daarom voelden Bush en Blair zich geroepen in Irak in te grijpen. Met als streven democratie in Irak te vestigen. Bush: „Als we Saddam moesten verdrijven, zouden Tony en ik de plicht hebben om het Iraakse volk te helpen de tirannie van Saddam te vervangen door een democratie. Deze transformatie zou een invloed hebben die over de grenzen van Irak heen reikte.”
In dat laatste heeft George W. Bush zeker geen ongelijk gekregen.