Het regeringsleger heeft het plaatsje Maydaa woensdag aangevallen en vrijwel geheel veroverd, meldt het Observatorium, dat de burgeroorlog in Syrië verslaat met hulp van activisten ter plaatse. Ook het Vrije Syrische Leger en Jaish al-Islam klagen over de voortgang van de vijandelijkheden. Jaish-al-Islam had Maydaa, dat onder de rook van de hoofstad ligt, in handen, maar lijkt nu te zijn verdreven. Volgens de staatspers heeft het leger slechts „terroristen” uit het gebied verdreven.

„Het regime heeft dit alleen maar aangekondigd om aan de internationale druk te ontsnappen”, zei Mohammed Alloush, die beide strijdgroepen vertegenwoordigt, over de wapenstilstand. „Te velde is volgens mij niets veranderd.” Volgens het Observatorium voert het leger ook bombardementen uit in de provincie Aleppo.

Het eenzijdig afgekondigde bestand zou volgens het leger gelden tot het aanbreken van zaterdag 9 juli. In februari legde het leger ook al eens de wapens neer, maar de strijd tegen „terroristen” moest volgens de regering doorgaan. Omdat Damascus vrijwel iedere opstandeling als terrorist aanmerkt was het bestand geen lang leven beschoren.

Een nieuw staakt-het-vuren zou kunnen leiden tot hervatting van het vredesoverleg in Genève onder leiding van de Verenigde Naties.