Blair is opgelucht na kritisch Irak-rapport
De uitspraak van de Britse onderzoekscommissie woensdag was ondubbelzinnig: het besluit van Londen om mee te doen met de Amerikaanse aanval op Irak in 2003, had geen degelijke juridische basis. Gewapend Brits ingrijpen in het land van Saddam Hussein was géén laatste redmiddel. Er waren wel degelijk vreedzame middelen om de ontwapening van Irak af te dwingen.
Commissievoorzitter John Chilcot zei dat toenmalig Labourpremier Tony Blair de Amerikaanse president George Bush in het geheim had toegezegd hoe dan ook met hem op te trekken in de netelige kwestie-Irak. En dus gingen de Britse troepen. Maar hun voorbereiding was ontoereikend en de gevolgen van hun aanval werden onderschat.
Dit zwaarwegende oordeel deerde de voormalige premier Blair niet. Integendeel, hij reageerde zelfs opgelucht. Hij zei dat men het eens of oneens met hem kon zijn, maar zijn besluit ten aanval te trekken tegen Saddam Husein was te goeder trouw genomen en in het belang van het land. Van de gemaakte fouten heeft hij spijt en hij neemt er de verantwoordelijkheid voor.
De commissie werkte zeven jaar aan haar onderzoek. Dat Blair parlement en bevolking misleidde, staat niet in het rapport. Maar het voornaamste motief voor een invasie van Irak, de aanwezigheid van massavernietigingswapens, bleek totaal niet te kloppen. De informatie daarover, onder meer afkomstig van de inlichtingendiensten, werd niet nagetrokken.