Ex-dakloze huilt van geluk in thuishaven Rotterdam
In de winter leed hij kou in een vochtig tuinhuisje in Rotterdam. Ook sliep hij enige tijd in een kerkgebouw. Twee maanden geleden kreeg Hüseyin (46) een plek in een thuishaven van Ontmoeting. „Ik huilde van geluk toen ik deze kamer zag.”
Achter een tuinhuis in een Rotterdams volkstuincomplex staat een regenton. Hüseyin licht de deksel eraf en schept er een bak water uit. „Hiermee waste ik me als het water in de winter was afgesloten”, zegt hij. Voor de deur staat een lege jerrycan. „Die vulde ik bij de voedselbank met drinkwater.”
Afgelopen winter bivakkeerde de dakloze in het tuinhuisje. In april kreeg hij een kamer met keukenblok in de nieuwe thuishaven van stichting Ontmoeting in de Rotterdamse wijk Charlois (zie ook kader). Op tafel staan een laptop en jeugdfoto’s van zijn twee kinderen (nu 16 en 21 jaar). Zijn Hongaarse vriendin die op bezoek is, zet koffie.
Uitvoerig blikt Hüseyin terug op de jaren die achter hem liggen, soms zoekend naar de juiste jaartallen. Hij wordt geboren in Turkije als oudste in een gezin met vijf kinderen. Vanaf zijn derde groeit hij op in Rotterdam, waar zijn vader in een fabriek werkt.
Hüseyin krijgt op 16-jarige leeftijd een leer-werkbaan bij een garagebedrijf. Later runt hij op diverse locaties in Rotterdam een eigen zaak waar hij auto’s verkoopt en repareert. In 1991 trouwt hij. „We woonden boven de garage. Voor het huis betaalden we 200 gulden huur per maand, voor de garage 300 gulden.”
Amerikaanse pick-up
Gaandeweg breidt het werk van Hüseyin zich uit en koopt hij twee woningen, waarvan hij er één verhuurt aan studenten. „Ik dacht dat ik onze eigen eengezinswoning na een paar jaar met 30.000 tot 40.000 euro winst zou kunnen verkopen. Dat lukte niet. De huizenmarkt stortte in. Toen ik na zeven jaar de hypotheek moest verlengen, stegen de maandlasten door een hogere rente met een paar honderd euro.”
Binnen enkele jaren krijgt Hüseyin diverse tegenslagen te verwerken. Zo eindigt zijn huwelijk in een scheiding. Zijn oma, met wie hij een hechte band heeft, overlijdt. „Zij hielp me altijd.” Ook zakelijk ervaart de Turkse Rotterdammer, inmiddels eigenaar van een glazenwassersbedrijf, flinke tegenwind.
Op zijn mobiel toont Hüseyin een foto van de Amerikaanse pick-up met een ladder op het dak, waarmee hij jarenlang zijn klanten bezoekt. In een wijk waar hij ruim zeventien jaar werkt, gaat op een dag een concurrent –een bekende van hem– aan de slag die zijn diensten voor 12,50 in plaats van 25 euro aanbiedt.
De twee krijgen op straat een handgemeen, waarbij Hüseyin een arm breekt. „Ik deelde de eerste klap uit en belandde op het politiebureau. Doordat ik een arm had gebroken, kon ik niet meer zemen en lag m’n werk stil. Daar was ik niet voor verzekerd, want dat is bijna niet te betalen. Ik had veel stress, sliep slecht en liet acceptgiro’s liggen.”
Vanaf dat moment gaat het bergafwaarts. In korte tijd ontstaan er flinke schulden. In een poging het hoofd boven water te houden, leent Hüseyin geld bij vrienden, maar hij loopt toch vast. In het voorjaar van 2015 moet hij zijn huis uit en belandt hij op straat.
Brood en groente
Een halfjaar lang vindt Hüseyin onderdak bij diverse familieleden. „Op den duur merkte ik dat het hun te veel werd dat ik bij hen in huis was. Ik pakte m’n spullen en ging weg. Niemand anders had een kamer voor me, maar ik mocht het tuinhuisje van een vriend gebruiken, op een volkstuincomplex. Het was er vochtig en als het regende, had ik lekkage. Maar het was beter dan de straat.”
Familieleden zorgen ervoor dat hij te eten krijgt. Intussen zoekt Hüseyin naar nieuwe inkomsten. „Een uitkering had ik niet. Ik kocht een oude fiets voor 20 euro, knapte die op en verkocht hem voor 40 euro. De volgende keer kocht ik er één van 30 euro die ik voor 50 verkocht. Dat waren mijn inkomsten.”
Hüseyin komt in contact met stichting Isaak, die minderbedeelden gratis brood en groenten biedt. Hij gaat er op vrijwillige basis als chauffeur aan de slag. „Ik bracht voedselpakketten weg in de regio en kreeg zelf ook wat producten.”
Als de winter aanbreekt en het water op het volkstuincomplex wordt afgesloten, biedt een kennis hem onderdak aan in een kerk. „Ik dacht: Dan zit ik binnen, dat zal warmer zijn. Maar in de kerk was het ook koud. Daarom ging ik terug naar het tuinhuisje.”
Om de kou enigszins te weren, kit hij kieren dicht en brengt hij isolatie aan. „Waarom heb ik zo’n moeilijk leven?” vroeg ik me af. Ik besloot een uitkering aan te vragen, maar dat viel niet mee. Ik kende de regels niet en heb geen verstand van papierwerk. Dat soort zaken regelde een boekhouder vroeger altijd voor me.”
Uitgeput
Uiteindelijk krijgt Hüseyin hulp van een sociaal werker die deuren voor hem opent. Hij ontvangt een zogeheten daklozenuitkering van 650 euro per maand. „Ik moest binnen drie maanden een kamer hebben. Dat lukte niet. Ik heb 43 jaar in Rotterdam gewoond, maar door mijn dakloosheid had de gemeente mij uitgeschreven.”
De nieuwe thuishaven van Ontmoeting in Charlois biedt uitkomst. Sinds twee maanden woont Hüseyin hier. Douche en toilet deelt hij met de bewoners op dezelfde etage. Het moment dat hij zijn kamer voor het eerst ziet, blijft Hüseyin bij. „Ik was uitgeput. Toen ik hier kwam, huilde ik van geluk”, zegt hij met tranen in zijn ogen.
Het geld van zijn eerste uitkering besteedt Hüseyin niet voor zichzelf. „Als dank voor de hulp heb ik het tuinhuis van mijn vriend opgeknapt. Bij de Action heb ik verf gekocht en het van binnen en buiten geschilderd: wit en groen, de kleuren van een tuinhuis dat mijn moeder vroeger in Turkije had. Ik wilde het netjes achterlaten.”
Schulden aflossen
In de thuishaven komt Hüseyin tot rust. „Het gaat nu wat beter met me. Ik krijg een gewone uitkering en mag hier een jaar blijven. Elke week heb ik een gesprek met een begeleider van Ontmoeting. We gaan een plan maken om mijn schulden af te lossen.”
Met zijn kinderen heeft hij regelmatig telefonisch contact en soms komen ze op bezoek. Zijn vriendin, die hij anderhalf jaar geleden leerde kennen, houdt hem vaak gezelschap.
De islamitische Hüseyin heeft er geen moeite mee dat Ontmoeting een christelijke organisatie is. „De mensen die hier werken zijn vriendelijk en willen me graag helpen. Het is alsof ze de stenen op mijn schouders van me afnemen. Ik weet de weg niet bij het oplossen van de problemen, maar zij pakken alles aan.”
Hüseyin begint weer vooruit te kijken. „Toen ik dakloos was, voelde ik me kapot. Nu gaat het de goede kant op. Het liefst zou ik opnieuw een zaak beginnen. Het zal wel vier tot vijf jaar duren voor het zover is. Eerst moet ik mijn schulden aflossen. Binnenkort ga ik als vrijwilliger in een kringloopwinkel aan de slag. Daarna zie ik wel verder. Ik wil mijn leven stap voor stap opbouwen.”
Slapen op vier stoelen naast elkaar
Hij voer vijf jaar op de Holland Amerika Lijn. Voor en na die tijd had de geboren Rotterdammer Hans (65) tal van andere banen. In 2013 raakte hij dakloos. Via een thuishaven van Ontmoeting kreeg hij weer grip op zijn leven.
Vanuit zijn tweekamerappartement op de zevende etage van een 60-plusflat aan de rand van Rotterdam heeft Hans een weids uitzicht. Via het sociaal pension van Ontmoeting in Hoek van Holland kwam hij hier twee maanden geleden terecht. In de vensterbank staat de verrekijker waarmee hij op het strand van Hoek van Holland graag over zee tuurde.
Aan de wand hangt een groot portret van zijn moeder in haar jonge jaren. „Zij was dol op mij”, zegt Hans. „Ik lijk op haar.” Aan zijn vader bewaart hij minder goede herinneringen. „Hij sloeg me regelmatig.”
Liftboy
Hans gaat al jong aan het werk in de horeca. Via een neef komt hij daarna terecht op de Holland Amerika Lijn. Hij begint als belboy op de Nieuw Amsterdam: koffers sjouwen en passagiers hun kamer wijzen. Later wordt hij liftboy en uiteindelijk werkt hij in het restaurant. Hij klimt er op tot chef hofmeester.
Aan boord van het elf verdiepingen tellende schip beleeft Hans een mooie tijd. „Ik heb heel de wereld gezien: Aruba, Curaçao, Hongkong, Bangkok, de Verenigde Staten. Het was fantastisch.” Na vijf jaar raakt hij bij een massaontslag zijn baan kwijt. „Indonesiërs namen onze plaatsen in. Zij verdienden in een maand wat wij in een week kregen.”
Terug aan wal moet Hans in 1972 alsnog in militaire dienst. Voor het einde van zijn dienstplicht trouwt hij. Een jaar later wordt een dochter geboren. Zijn huwelijk strandt na vier jaar. Later woont hij samen met een vriendin. Na drie jaar gaan ze ieder weer op zichzelf wonen. „We zijn nog wel lang vrienden gebleven.”
Hand ophouden
In de loop der jaren heeft Hans diverse banen, variërend van een functie in een hotel tot taxichauffeur en pakketbezorger. „Ik heb 28 jaar bij Van Gend & Loos gewerkt.” In zijn vrije tijd is hij jarenlang actief bij een hondenvereniging.
Een ongeluk waarbij een auto onder zijn vrachtwagen terechtkomt, gaat Hans niet in de koude kleren zitten. „Die auto zat in de dode hoek. Na dat ongeval kreeg ik last van nachtmerries. De KLPD wees mij uiteindelijk als schuldige aan.”
Zijn laatste baan heeft Hans bij een palletbedrijf in de Rotterdamse haven. Na vijf jaar volgt ontslag op staande voet. „Het kwam door mijn eigen nalatigheid. Ik moest mijn rijbewijs verlengen. Er raakten stukken van de keuring kwijt, waardoor ik zonder rijbewijs reed. Uiteindelijk kreeg ik ontslag. Daarna ben ik van het paadje afgeraakt.”
Rekeningen van de woningbouwvereniging laat Hans ongeopend, terwijl hij geen inkomen meer heeft. „Ik moest WW aanvragen. Dat vond ik verschrikkelijk. Het knaagde aan mijn imago om m’n hand op te houden, nadat ik opgeteld 38 jaar had gewerkt. Mijn enige inkomen was een prepensioen van 180 euro per maand.”
Zijn schuld bij de woningbouwvereniging loopt snel op. „Op een gegeven moment hing er een brief aan de deur: ik moest mijn huis uit. Als het zo ver is, houd je het niet meer tegen. Ik stopte wat spullen in vuilniszakken en stond op straat. Dan zakt de moed je in de schoenen, maar ik besefte wel: het is mijn eigen schuld.”
Ongeveer een jaar bivakkeert de dakloze op diverse plaatsen, onder meer in een caravan van een vriend of –illegaal– in de kantine van een vereniging. „Ik zette vier eetstoelen tegen elkaar en sliep daarop. Het was behelpen. Je hebt fantasie nodig om te overleven. Er slapen ook mensen in het Kralingse Bos, maar dat is niets voor mij.”
Sociaal pension
Door contact met een straatwerker van stichting Ontmoeting krijgt Hans een plek in het sociaal pension van deze organisatie in Hoek van Holland. „Toen ik mijn kamer daar zag, kon ik mijn geluk niet op. Ik had weer een bed, een dekbed, een kussen. En ik kreeg er drie keer per dag eten”, zegt hij geëmotioneerd.
Na enkele weken begint Hans met vrijwilligerswerk bij een camperbedrijf. „Daar moest ik zand vegen en ramen zemen. Dat vond ik na 38 jaar werken vernederend. Ik ben toen gaan klussen in de thuishaven. Ik heb het tuinmeubilair en het hele huis geverfd en gesausd. Ook kookte ik regelmatig voor de hele groep, acht bewoners en personeel. Bij het eten wordt er gebeden en uit de Bijbel gelezen. Ik respecteer dat en ga op zo’n moment geen gekke bekken trekken.”
Ontmoeting helpt Hans zijn schulden in kaart te brengen, die zijn opgelopen tot zo’n 20.000 euro. Via een kredietbureau komt hij in de schuldsanering terecht. Daardoor houdt hij per week netto 35 euro van zijn uitkering over „om wat drinken te halen en een shaggie te kopen. Voor mijn vrijwilligerswerk kreeg ik 15 euro.”
Kringloopwinkel
Na 22 maanden in het sociaal pension stroomt Hans per 1 april dit jaar door naar een flat in Rotterdam. Als hij de woning bezichtigt, is hij meteen verkocht. „Ik keek even om me heen en vroeg: Wanneer krijg ik de sleutel?”
Vrijwel zijn hele inventaris, waaronder een leren bank en een fauteuil, ontvangt Hans gratis via een kringloopwinkel. In zijn flat krijgt hij eerst wekelijks een woonbegeleider van Ontmoeting op bezoek, nu nog eens per twee weken. De andere week heeft hij telefonisch contact en komt er een vrijwilliger van de Ontmoetingnetwerken op bezoek.
In zijn nieuwe huis viert de voormalige dakloze in mei zijn 65e verjaardag. „Ik ben hier op de etage de jongste. De meesten lopen achter een rollator”, zegt Hans lachend. Hij heeft er geen moeite mee op zichzelf te wonen, na een periode in het sociaal pension. „Ik heb 20 jaar alleen gewoond, dus ik ben eraan gewend.” Met zijn dochter heeft hij beperkt contact. „Ik hoop dat ze hier een keer komt kijken.”
Positief is Hans over de hulp van Ontmoeting. „De mensen die daar werken, willen me echt helpen. Zonder hen was ik misschien een zwerver geworden die onder een tribune van een voetbalclub of bij een metrostation zou slapen. Ik moet er niet aan denken.”
Thuishavens Ontmoeting
Opvang bieden aan daklozen en hen in een jaar tijd voorbereiden op het doorstromen naar eigen woonruimte. Dat is een van de hoofddoelstellingen van de thuishavens van Ontmoeting, christelijke organisatie voor hulp aan dak- en thuislozen. De bewoners betalen een huurbijdrage en krijgen, afhankelijk van hun situatie, hulp op het gebied van schulden, budgetbeheer, dagbesteding en sociaal functioneren.
In 2012 gingen de eerste thuishavens van Ontmoeting van start in de Rotterdamse wijken Delfshaven en Kralingen. Vorige maand opende in Charlois een nieuwe locatie voor vier vrouwen en veertien mannen de deuren. Het sociaal pension in Hoek van Holland werkt volgens hetzelfde concept, maar bewoners kunnen daar langer dan een jaar blijven, zegt regiodirecteur Martin van der Elst.
De drie thuishavens tellen in totaal zo’n vijftig bewoners, terwijl in het sociaal pension nog eens acht personen verblijven. Vanuit deze locaties, die in samenwerking met de gemeente Rotterdam zijn opgezet, biedt Ontmoeting ook ambulante woonbegeleiding in de wijken. De doorstroming vanuit de thuishaven naar een huis is in toenemende mate een probleem vanwege het tekort aan sociale huurwoningen, merkt Van der Elst.
Er staan ruim veertig mensen op de wachtlijst voor een plek in een thuishaven. Het betreft zowel buitenslapers als mensen die „marginaal gehuisvest” zijn en bijvoorbeeld bij familie of vrienden bivakkeren. Van der Elst hoopt dat Ontmoeting op termijn in of rond Rotterdam-Centrum ook nog een thuishaven –kantoor en woningen– kan openen.
Op deze pagina vertellen twee (voormalige) bewoners van een thuishaven en het sociaal pension hun verhaal. Over een halfjaar volgt een tweede interview over hun verdere ervaringen als ex-daklozen.
Zie ook het dossier rd.nl/dakenthuisloos