Dit blijkt uit een mededeling, die de IHC-directie maandag onder het personeel heeft verspreid.

IHC had erop gerekend in het eerste halfjaar van 2016 voor 650 miljoen euro aan orders binnen te halen. De teller is echter op 225 miljoen euro blijven steken. Door de lage olieprijs blijven orders uit de offshore-industrie uit, terwijl ook klanten voor baggerschepen langer wachten voordat ze een order plaatsen. Bovendien is de concurrentie hevig, aldus de mededeling.

De medewerkers wordt gevraagd „maximaal” ADV- en vakantiedagen op te nemen. Het aantal ingeleende medewerkers en zzp’ers wordt eveneens „maximaal” verminderd. Externe adviseurs zijn niet meer welkom en openstaande vacatures worden niet ingevuld.

Verder kondigt de directie aan minder geld te steken in onderzoek en ontwikkeling en „niet urgente” investeringen stop te zetten. Ook de overheadkosten moeten worden verminderd.

De tegenvaller volgt op een grote reorganisatie vorig jaar. Vanwege het uitblijven van orders besloot IHC toen twee van de vier werven te sluiten. Bijna 500 vaste medewerkers verloren hun baan en ook voor een groot deel van de 1100 inhuurkrachten was geen werk meer.

Kitty de Hey, directeur communicatie bij IHC, zegt dat „vette en magere jaren” elkaar afwisselen in de markt waarin IHC opereert. „Soms krijgen we plotseling heel veel werk, maar als orders uitblijven kan het ook heel hard de andere kant op gaan. Dat is nu het geval.”

In 2015 boekte het concern een omzet van 1,2 miljard euro. De nettowinst bedroeg 29 miljoen euro, terwijl in 2014 nog een winst van 124 miljoen euro werd behaald. Het orderboek kromp van 1,2 miljard naar 835 miljoen euro. In 2013 haalde IHC nog zijn grootste opdracht ooit binnen met de bouw van zes pijpenleggers voor de Braziliaanse olie-industrie. Die order had een waarde van ruim 1 miljard euro en bood 4000 mensen bij IHC en toeleveranciers een jaar werk.

IHC maakte maandag bekend een meerderheidsbelang te hebben genomen in het (relatief kleine) Britse familiebedrijf Tompkins. De Hey wil niet zeggen welk bedrag hiermee is gemoeid. Ze acht deze actie echter niet in tegenspraak met de aangekondigde bezuinigingen. „We blijven investeren in onze toekomst”, aldus De Hey.