Herinneringen in Nederland aan oerbegin van kerk
We kennen ze allemaal: vluchtelingen. Ook in Nederland. Maar weten we ook van hun kerken? Onder de zogenaamde migrantenkerken in Nederland treffen we ook de oudste kerken uit de begintijd van het christendom aan: de Oriëntaals-Orthodoxe Kerken. Ze herinneren ons aan het christelijke oerbegin van de kerk.
De Oosters-Orthodoxe Kerken nemen een aparte plaats in naast de Rooms-Katholieke Kerk en de kerken van de Reformatie. Zij bezitten een eigen geschiedenis en een eigen kijk op liturgie, dogma en traditie. De Oosters-Orthodoxe Kerken, die verdeeld zijn over verschillende landen, zijn officieel ontstaan bij het bekende schisma van 1054, toen de kerk van het Griekse Oosten –na een lange geschiedenis van wrijving en conflicten, zoals over de positie van de paus– zich losmaakte van het Latijnse Westen. Een zelfstandige gemeenschap was in het leven geroepen: de ”orthodoxe” kerken; ”orthodox” in de zin van ”rechte lofprijzing” of ”rechte leer”.
De theologische basis van de Orthodoxe Kerken bestaat in het algemeen uit de leer van de eerste zeven algemene concilies (325-787). De eerste twee stelden de leer van de Drie-eenheid vast, de volgende vier het ware mens-zijn van Christus en het zevende de legitimiteit van de iconen. Iconen zijn de geschilderde afbeeldingen van Christus, Maria (de ”Moeder Gods”), heiligen en martelaren, of gebeurtenissen uit de Bijbel. Zij vormen een wezenlijk bestanddeel van het oosters-orthodoxe geloof, dat deze afbeeldingen beschouwt als tastbare symbolen van de goddelijke werkelijkheid.
De oosterse orthodoxie kenmerkt zich door een accent op liturgie, dat wil zeggen de viering in de gemeenschappelijke eredienst. Een optimistische visie op mens en wereld is haar niet vreemd. Woorden zoals zonde en schuld krijgen geen nadruk. Daartegenover spelen de begrippen vergoddelijking, liefde en opstanding (het paasfeest is ook het grote feest in de orthodoxie) een grote rol.
Een westers begrip zoals ”verzoening door voldoening” of de gedachte van een (juridische) rechtvaardiging door het geloof is afwezig. De nadruk ligt op de menswording en de opstanding van Christus, die consequenties heeft voor de gehele kosmos. Verder is de Orthodoxe Kerk sterk hiërarchisch ingericht, evenals Rome, hoewel ze van de zogenaamde onfeilbaarheid van de paus gruwt en in de plaats daarvan de autoriteit van de concilies stelt. Maar evenals Rome kent zij wel ook de zeven sacramenten, een rijk ontwikkeld kloosterleven (hoewel nu teruglopend) en een uitbundige Mariaverering.
In gevaar
Een van de varianten van de orthodoxie zijn de Oriëntaals-Orthodoxe Kerken. Deze vormen feitelijk de oudste christelijke kerken. De taal in de liturgie van de Syrisch-Orthodoxe Kerk is bijvoorbeeld Aramees, verwant aan de Aramese taal, die Jezus sprak, en aan het Hebreeuws.
Deze kerken in het Midden-Oosten (vandaar: oriëntaals) en in delen van Noord-Afrika bevinden zich in zwaar weer. In sommige regio’s, zoals Syrië en Irak, is het voortbestaan van christelijke kerken zelfs in gevaar. Veel oosterse christenen zijn gevlucht, onder andere naar Europa, ook naar Nederland. Momenteel is er in meerdere grote en middelgrote steden een oriëntaals-orthodoxe gemeenschap te vinden.
Dr. Jaap van Slageren, oud-secretaris van de Nederlandse Zendingsraad (NZR) en adviseur van het Overleg Episcopale Kerken (OEK), heeft de verschillende Oriëntaals-Orthodoxe Kerken in Nederland in kaart gebracht. Doel is de Nederlandse christenen kennis te laten maken met deze snel groeiende groep van gelovigen in Nederland. Het resultaat is een rijk geïllustreerd boekwerk: ”Wijzen uit het Oosten, uit zo verren land”.
Onder de Oriëntaals-Orthodoxe Kerken vallen de Syrisch-Orthodoxe Kerk (en de nauw met haar verwante Malankara Orthodox-Syrische Kerk van Kerala, in India), de Koptisch-Orthodoxe Kerk van Egypte, de Armeens-Apostolische Kerk, de Ethiopisch-Orthodoxe Tewahedo Kerk en de Eritrees-Orthodoxe Tewahedo Kerk.
Van Slageren geeft behalve een historische schets van deze kerken ook een aantal voorbeelden van hun kerstverhalen. Daarin is iets te proeven van de beleving van het mysterie van de neerdaling van God onder de mensen. Met een rijkdom aan symbolen wordt dit mysterie in de liturgische traditie van deze kerken gevierd. De eucharistie en de rol van de priester nemen daarbij een belangrijke plaats in, een overeenkomst met de Rooms-Katholieke Kerk, die een grote verwantschap kent met de Orthodoxe Kerken. Door de beschrijving van de liturgische gewoonten, naast eucharistie ook de doop en het vasten, maakt Van Slageren de geloofstraditie concreet en inzichtelijk.
Andere traditie
De Oriëntaals-Orthodoxe Kerken zijn onderscheiden van de Oosters-Orthodoxe Kerken, zoals de Russisch-Orthodoxe en de Grieks-Orthodoxe Kerk, die in Nederland niet zo veel aanhangers hebben en ook een geheel andere liturgische en geloofstraditie vertegenwoordigen.
De Oriëntaals-Orthodoxe Kerken beroepen zich op de eerste oecumenische concilies van de ongedeelde kerk, zoals Nicea (325) en Constantinopel (381), waar respectievelijk de godheid van Christus en de Heilige Geest werd vastgelegd. Tijdens het concilie van Efeze (431) werd eveneens vastgelegd dat het goddelijke en het menselijke op volmaakte wijze in Jezus verenigd zijn, zonder vermenging en ongedeeld. De Oriëntaals-Orthodoxe Kerken hebben afstand genomen van het latere concilie van Chalcedon in 451, waarin het wezen van Christus, met inachtneming van de eenheid van Zijn persoon, toch ook als twee duidelijk van elkaar te onderscheiden naturen wordt voorgesteld.
De Oriëntaals-Orthodoxe Kerken hanteren de juliaanse kalender, onderscheiden van de gregoriaanse kalender, die in de meeste westerse kerken gehanteerd wordt. Daardoor vallen de feestdagen, zoals Pasen en Pinksteren, op andere data. De Oriëntaalse Kerken hebben zich elk op eigen wijze ontwikkeld. Pas in de twintigste eeuw ontstond het besef dat al deze kerken samen één confessionele familie vormen. Op 15 januari 1965 vond in Addis Abeba (Ethiopië) de eerste conferentie plaats van hoge vertegenwoordigers van deze kerken. Besloten werd tot een voortgaand oriëntaals overleg, dat in 1989 onder supervisie van de Wereldraad van Kerken werd verbreed tot een beraad samen met de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Omdat zij uiteindelijk tot dezelfde geloofsfamilie behoren, worden de gelovigen in beide kerken tot elkaars heilige communie toegelaten. Binnenkort wordt er aan de Vrije Universiteit een priesteropleiding geopend waaraan zowel oriëntaalse als oosters-orthodoxe studenten de mogelijkheid krijgen om opgeleid te worden tot priester. Veel van de Oriëntaals-Orthodoxe Kerken hebben in Nederland een onderkomen gevonden in voormalige rooms-katholieke kerkgebouwen. Dat is ook niet vreemd, gezien hun liturgische setting. Veel kerken hebben ook nieuwe kerkelijke centra gesticht, die voorzien in de behoefte aan nevenruimtes voor gemeentebijeenkomsten en activiteiten onder jongeren.
Sterke groei
Van Slageren merkt op dat er sprake is van een sterke groei van de Oriëntaalse Kerken in Nederland. Zo bouwen de kopten momenteel een kerk in Assen en verrijst er in Enschede een koptisch klooster. Ook het aantal christenen uit Eritrea en Syrië groeit. In Nederland wonen nu al meer dan 25.000 Syrische christenen.
Van Slageren: „Velen van hen verblijven nog in azc’s en hebben het daar niet gemakkelijk. Ze willen hun christelijke tradities in praktijk brengen, maar worden niet geaccepteerd door de moslims, ten opzichte waarvan zij een minderheid zijn.” Samen met aartsbisschop Polycarpus van de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Nederland is Van Slageren bezig een actie op te zetten om deze christenen de gelegenheid te geven de diensten van hun geloofs- en volksgenoten te bezoeken door te zorgen voor reisgeld of een taxi.
Er zijn volgens Van Slageren nauwelijks theologische verschillen met de Oosters-Orthodoxe Kerken. „Men staat niet meer vijandig tegenover elkaar, zoals in het verleden. Men beseft dat de uitspraken op Chalcedon maar kleine toevoegingen zijn geweest die misverstanden hebben opgeroepen, maar die nu toenaderingen niet meer in de weg staan. Dank zij de Wereldraad van de Kerken is er meer overeenstemming gekomen. Wel is het zo dat de Oriëntaalse Kerken een bestaan hebben opgebouwd. Voor de Nederlandse kerken is het een uitdaging om deze kerken te leren kennen. In Frankrijk is met name de Rooms-Katholieke Kerk daarmee al verder. De Oriëntaalse Kerken zijn de oudste kerken uit de begintijd van het christendom. De protestantse kerken moeten de dialoog met deze kerken nog beginnen. Ze krijgen daarvoor nu een historische kans.”
Boekgegevens
Wijzen uit het Oosten, uit zo verren land. Oriëntaals-Orthodoxe Kerken in Nederland. Over hun geschiedenis, liturgie en geboorteverhalen van Christus, Jaap van Slageren; uitg. Bar Hebraeus, Glanem 2016; ISBN 9789050470537; 204 blz.; € 19,95.