Voor de commissie die de aanslagen onderzoekt zei Ashcroft dat hij toen hij het ministerschap had aanvaard snel een einde maakte aan het ‘mislukte beleid’ waardoor Amerikaanse agenten Osama bin Laden wel gevangen mochten nemen, maar hem niet mochten vermoorden. Tussen misdaadrechercheurs en agenten die inlichtingen verzamelden stond een juridische scheidingswand. ‘Zelfs als ze in de trainingskampen van Bin Laden hadden kunnen doordringen, hadden ze een batterij advocaten nodig gehad’ om hem aan te pakken, zei Ashcroft.

De commissie bracht dinsdag een tussenverslag uit, waarin zij stelt dat een slagvaardiger FBI die met de CIA had samengewerkt, het complot voor de aanslagen op het spoor had kunnen komen. Door een overmaat aan bureaucratie en een gebrek aan middelen was de FBI echter in de jaren voor de aanslagen niet in staat tot effectieve terrorismebestrijding. De commissie meldt ook dat Ashcroft de dag voor de aanslagen een verzoek van de FBI om meer geld voor terreurbestrijding had afgewezen.

De commissie publiceerde het rapport voor aanvang van twee dagen van getuigenissen van huidige en voormalige topfiguren van de FBI en het ministerie van justitie.

Voormalig FBI–directeur Louis Freeh was de eerste die dinsdag getuigde. Hij zei dat de FBI met de beperkte middelen die zij had, een effectief terreurbestrijdingsprogramma had. Freeh schoof de schuld af op het Congres, dat de FBI te weinig geld gaf, en oud–minister van justitie Janet Reno, die had bepaald dat informatie van de inlichtingendiensten niet voor strafvervolging gebruikt mocht worden.

Reno verscheen na Freeh voor de commissie en zei dat het grootste probleem was dat de FBI niet wist wat de dienst aan moest met de enorme hoeveelheden informatie die zij verzamelde. ‘De FBI wist niet wat zij allemaal had. De rechterhand wist niet wat de linkerhand aan het doen was.’ Reno zei verder dat zij ermee akkoord was dat de FBI mankracht zou verleggen van terreinen als geweldsmisdrijven naar terrorisme.

De commissie voelde verschillende voormalige hoge functionarissen aan de tand over hoe het kon gebeuren dat de FBI noch de CIA lucht kreeg van het complot, waarbij negentien kapers vier passagiersvliegtuigen gebruikten voor aanslagen op het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington. Een van de toestellen stortte neer voordat het zijn vermoedelijke doel, het Witte Huis, had kunnen bereiken. Bijna drieduizend mensen kwamen bij de aanslagen om het leven.

‘Wij hadden geen geweldige bronnen binnen Al–Qaida’, zei Thomas Pickard, in de zomer van 2001 waarnemend directeur van de FBI. Gebrek aan mankracht en geld speelden de inlichtingendiensten parten, zei Cofer Black, voormalig hoofd van de afdeling terrorismebestrijding van de CIA. ‘Wanneer je geen geld meer hebt, vallen er doden. Als er mensen doodgaan, krijg je meer geld.’