Zes EU-landen jaar eerder met arrestatiebevel
In zes landen van de Europese Unie wordt het gemeenschappelijk arrestatiebevel begin 2003, bijna een jaar eerder dan voorzien, van kracht
Het gaat om België, Luxemburg, Spanje, Portugal, Groot-Brittannië en Frankrijk, zo kondigde de Spaanse minister van Justitie en EU-voorzitter Acebes donderdag aan. Minister Korthals (Justitie) had het liever anders gehad.
December vorig jaar werden de EU-landen het eens over de invoering van een Europees arrestatiebevel uiterlijk in 2004, maar eerder mocht ook. De zes betrokken landen denken niet zo veel tijd nodig te hebben voor de noodzakelijke (grond)wetswijzigingen als de andere negen.
Volgens Europees commissaris Vitorino (Justitie) zullen de zes landen hun zaakjes uiterlijk maart volgend jaar op orde hebben. Het arrestatiebevel vergemakkelijkt onderlinge uitlevering van verdachten en is vooral een wapen in de strijd tegen het terrorisme en de georganiseerde misdaad. Het aanhoudingsbevel wordt gezien als een machtig middel van de Europese politie en justitie in de strijd tegen het internationaal terrorisme. Het verdrag geldt voor verdachten van 32 verschillende misdrijven, variërend van terrorisme tot kinderporno en het witwassen van geld.
De Italiaanse regering ging op de valreep pas daarmee akkoord. Hardnekkige geruchten gingen dat premier Berlusconi de lijst misdrijven waarvoor het bevel geldt, beperkt wilde houden, bang als hij zou zijn voor zijn eigen uitlevering aan Spanje. Daar staat de Italiaanse mediamagnaat onder verdenking van corruptie.
Maar minister Acebes, deze dagen voorzitter van informeel beraad met zijn Europese collega’s in het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela, ontkende dat er opnieuw leeuwen en beren op de weg zouden zijn. Er is naar zijn zeggen geen sprake van onwil van wie dan ook. Het besluit vergemakkelijkt volgens hem juist de invoering van het EU-bevel in 2004. We houden er zo de vaart in, beaamde zijn Britse collega Blunkett.
Nederland is volgens minister Korthals in een laat stadium ook benaderd door Spanje om mee te doen, maar wees dat af. Hij had liever gehad dat iedereen tegelijk de wet toepast. „Het is nu net alsof zij de beste jongetjes van de klas zijn.”
Volgens hem moet het formele EU-besluit, nodig voor het Nederlandse wetsvoorstel, nog worden genomen. Bovendien zijn er kamerverkiezingen in mei. Rekening houdend met een lange formatieperiode zouden de Eerste en de nieuwe Tweede Kamer in drie maanden tijd dit moeten afraffelen als Nederland in 2003 zou meedoen. Korthals hecht aan zorgvuldige wetgeving. Hij moet nog zien dat Frankrijk en Portugal, die ook verkiezingen tegemoet gaan, echt snel werk maken van hun belofte.
Minister Korthals is niet erg tevreden over Europol. De analyses van de in Den Haag gevestigde Europese politieorganisatie noemt hij erg mager. Korthals is er, anders dan huidig EU-voorzitter Spanje, daarom niet zo’n voorstander van dat Europol op meer terreinen, zoals terrorismebestrijding en illegale immigratie, actief wordt. „Later ze er eerst maar eens voor zorgen dat het huidige werk goed gaat.”