Commentaar: Stop afstraffing van eenverdieners
Werken is een Bijbelse opdracht, en wie dagelijks in goede gezondheid mag opstaan om zijn of haar werk te kunnen doen, is een gezegend mens. Het artikel van dinsdag in het Reformatorisch Dagblad, waarin vermeld stond dat een eenverdiener met een brutoloon van 31.000 euro er netto op vóóruit gaat als hij zijn arbeidsinzet terugbrengt tot een loon van 20.000 euro, is uiteraard geen aansporing om dat daadwerkelijk te doen. De bedoeling is om beleidsmakers in Den Haag te laten inzien dat het belastingstelsel, en dan met name de exorbitante prikkels die dit stelsel bevat om het tweeverdienerschap te stimuleren, tegen rechtvaardigheidsgrenzen aanloopt, of liever: die grenzen allang is gepasseerd.
De overheid heft belasting om daarmee haar uitgaven te bekostigen en geld tussen rijk en arm te herverdelen. Míts die belastingheffing gebaseerd is op rechtvaardige principes zoals het draagkrachtbeginsel valt dat op zijn minst te gedogen en vaak zelfs toe te juichen. Maar het past de staat niet dat hij door de huidige, zeer hoge belastingdruk op eenverdieners, meer en meer bezig is om geld over te hevelen van arme eenverdieners naar rijke tweeverdieners.
Want dát is wat er feitelijk gebeurt: gelijke gezinnen, die vóór belastingheffing nog een gelijk inkomen en dus ook dezelfde draagkracht hadden, worden fiscaal ongelijk behandeld puur omdat er een andere rolverdeling tussen beide partners is afgesproken dan de ‘verlichte’ staat graag ziet. Dan ben je als overheid dus allang niet meer bezig om (schrijnende) draagkrachtverschillen te verzachten, maar doelbewust beleid aan het voeren om (schrijnende) draagkrachtverschillen te creëren. Dat volgens het Nibud de 87.000 kostwinnersgezinnen met een modaal inkomen een „risicogroep” vormen die „steeds meer moeite heeft om rond te komen” en soms zelfs „bezuinigen moet op voeding”, vindt hierin zijn trieste oorzaak.
Eenverdienersgezinnen met een bruto-inkomen van 40.000 euro betalen inmiddels al tot ruim vijf keer zo veel belasting als tweeverdieners met exact hetzelfde gezinsinkomen, en dat lijkt de komende jaren alleen nog maar erger te worden. Een paar jaar geleden schreef de regering al in haar emancipatienota dat Nederland van „een anderhalfverdieners- naar een tweeverdienerssamenleving moet.” Nou, op deze manier moet dat wel lukken…
Maar daarmee grijpt de overheid natuurlijk op een onbetamelijke wijze in de keuzevrijheid van gezinnen in en lijkt ze te vergeten dat werknemers hun inkomen primair verdienen bij particuliere bedrijven en we dus niet allemaal in dienst zijn van de staat.
Helaas is de inkomstenbelasting verworden tot een speeltje van politici om daarmee de arbeidsparticipatie binnen gezinnen vergaand te sturen, waarbij eenverdienerschap wordt afgestraft en samen verdienen tot in het absurde toe wordt gestimuleerd. Dat moet stoppen. Want een staat die zich niets gelegen laat liggen aan rechtvaardigheids- en draagkrachtprincipes en gelijke gezinnen ongelijk behandelt, ja, een staat die zélfs gezinnen met een zieke of gehandicapte partner niet van dit totalitaire beleid wenst uit te sluiten, die staat is bezig te verworden tot een (in de woorden van Augustinus) zichzelf legitimerende roversbende.