Handtekeningen van petitie 1878 gedigitaliseerd door VU en EMG
Meer dan 300.000 handtekeningen werden er verzameld en aan koning Willem III aangeboden. Het „smeekschrift” van 1878 wordt beschouwd als de eerste grote massamobilisatie van orthodox-protestanten in Nederland. Wie waren deze mensen, en waarom gingen ze naar hun vorst?
Terwijl ds. Abraham Kuyper, de latere ARP-leider, op station Apeldoorn bleef wachten, ging een delegatie van 22 vooraanstaande antirevolutionairen op zaterdagmorgen 3 augustus naar Paleis Het Loo. Bij zich droegen ze mappen met duizenden handtekeningen die de weken daarvoor overal in Nederland waren verzameld. De aanbieders traden op namens „ouders of voogden of verzorgers van kinderen, die in de schooljaren vallen, of ook ingezetenen, die in de Christelijke opvoeding van de volksjeugd zeer ernstig belang stellen.” De handgeschreven petitie bevat, in de hoogdravende taal van die tijd, een ernstig verzoek aan de koning om een onderwijswet toch vooral niet te tekenen.
De namen van de 305.000 ondertekeneraars vormen een interessante bron. Daarom besloot het VU-Centrum voor Religiegeschiedenis in samenwerking met de Erdee Media Groep ze allemaal te digitaliseren en op een website toegankelijk te maken. Prof. dr. Fred van Lieburg kreeg hiervoor subsidie van het Kuyperfonds. Geschiedenisstudent Koos-jan de Jager werkt mee aan de uitvoering van het project.
Theatraal gebeuren
Van Lieburg plaatst de petitie in de context van de schoolstrijd in de negentiende eeuw. „Een belangrijk moment in deze strijd was de totstandkoming van de Wet op het lager onderwijs in 1878”, legt hij uit. „Deze wet van de liberale minister Kappeyne van de Coppello bepaalde dat Nederland alleen openbaar onderwijs heeft dat door de staat wordt betaald. Wie bijzonder onderwijs wilde, moest dat zelf maar betalen. Dat zelf betalen was vervolgens gebonden aan allerlei voorwaarden, zodat het christelijk onderwijs peperduur en dus onhaalbaar was. Toch werd het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen. Toen heeft de bierbrouwer Willem Hovy, die ook de grote geldschieter van de VU was, een actie georganiseerd om bij de koning tegen de wet te protesteren. Een commissie onder zijn leiding zorgde ervoor dat er gedrukte formulieren in het land werden verspreid. Via predikanten, schoolmeesters en politieke comités werden de handtekeningen verzameld.”
De Jager: „Het is interessant om te zien hoe het smeekschrift is opgesteld. Er wordt gezegd dat het een schande is voor Nederland dat armere ouders er niet voor kunnen kiezen hun kind naar een christelijke school te sturen. Terwijl rijke ouders wel de mogelijkheid hebben om die keuze te maken. En dan wordt aan de koning gevraagd: Alstublieft, grijp in, doe wat aan deze misstand!”
Van Lieburg: „Het ondertekenen ging op verschillende manieren. Soms kon je tekenen na afloop van een kerkdienst. Of de lijst lag in een schoolgebouwtje. Anderen gingen gewoon met de lijst langs de huizen. Een student van me heeft uitgezocht door wie het volkspetitionnement in Medemblik is getekend. Omdat hij Medemblik goed kende, kon hij zien langs welke straten ze waren gelopen.”
De aanbieding van de petitie en de duizenden namen aan koning Willem III was een theatraal gebeuren. De Jager: „De oude Reveilman jhr. mr. Elout van Soeterwoude hield een toespraak, en Willem III hoorde die welwillend aan. Hij nodigde Elout van Soeterwoude uit voor het diner die avond.”
Van Lieburg: „Toen de koning een paar weken later de wet onder ogen kreeg, heeft hij wel zijn handtekening gezet. Kuyper wist best dat de koning grondwettelijk weinig ruimte had om de wet niet te tekenen. Maar Kuyper zette de petitie door vanwege het massale verzet dat de wet opriep en de media-aandacht. Hij dacht een stap verder en maakte een democratisch gat zichtbaar.”
Bevindelijken
Na de aanbieding van de petitie zijn de initiatiefnemers doorgegaan met het organiseren van comités die zich sterk maakten voor de vrijheid van onderwijs. Van Lieburg: „Er wordt vaak gezegd dat de Anti-Revolutionaire Partij uit deze petitie is ontstaan. Indirect zou je dat kunnen stellen. Meer in directe zin is de Unie voor de School met de Bijbel eruit voortgekomen.”
De bedoeling van de digitalisering van de handtekeningen is een beeld te krijgen van die groep van 300.000 mensen, zegt de VU-hoogleraar. „Het beeld bestaat dat het gaat om kleine luyden, maar misschien moet dat worden genuanceerd. Onze hypothese is dat de latere bevindelijk gereformeerde groepering uit deze groep is voortgekomen en dat de bevindelijken van rond 1920 in 1878 nog achter Kuyper stonden. Je moet alleen oppassen en niet denken dat de bevindelijke groep in 1878 al geprofileerd bestond. Het duurde nog dertig jaar voordat die met de oprichting van de SGP enige structuur kreeg. Maar de aanbieding van de petitie is wel de eerste orthodox-protestantse massamobilisatie die je kunt meten en geografisch in kaart kunt brengen.”
Als voorbeeld noemt Van Lieburg zijn overgrootvader, die later ledeboeriaans oefenaar werd. „Hij heeft in Nieuw-Beijerland de actie georganiseerd. Dat vermoed ik omdat hij als eerste de lijst tekende. Ik was helemaal verrast. Het betekent dat mijn overgrootvader in 1878 nog een fan van Kuyper was. En ik denk dat hij geen uitzondering was. Kennelijk zag hij in Kuyper een hervormde actieman die voor de waarheid opkwam. Pas later is er tussen Kuyper en de meer bevindelijke richting verwijdering gekomen.”
Vrijwilligers gezocht voor uniek onderzoek naar protestantse achterban
Vanaf vandaag kunnen vrijwilligers aan de slag met het invoeren van namen. Het project volkspetitionnement 1878 staat online op de website velehanden.nl, een website waarop ook andere historische projecten te vinden zijn. Helpers kunnen er een eigen profiel aanmaken. In een digitale handleiding wordt precies uitgelegd hoe het invoeren in z’n werk gaat.
Het Nationaal Archief heeft de originele lijsten met handtekeningen van het volkspetitionnement gescand – zo’n 11.000 scans in totaal. Een vrijwilliger die namen invoert krijgt een gescande pagina te zien. Hij kan zijn voorkeur aangeven voor een pagina uit een bepaalde provincie. Naast de scan verschijnt een formulier waarin de naam, voorletter en het aantal kinderen worden ingevoerd. Elke scan wordt door twee mensen gedaan, en vervolgens door een derde gecontroleerd. Voor elke ingevoerde scan kan een aantal punten worden gehaald, zodat de organisator (Koos-jan de Jager, e-mail: relic@vu.nl) de topscoorders kan zien.
De Jager garandeert vrijwilligers dat het invoeren verslavend werkt. „Ze zeggen dat het net zo verslavend werkt als yahtzee. Je kunt de namen op alle momenten invoeren. Je hoeft het dus niet de hele dag te doen, maar kunt het ook in een verloren uurtjes even oppakken. Als er een paar honderd deelnemers zijn, en iedereen een paar scans per dag verwerkt, kan het hard gaan.”
De ingevoerde namen worden in een website verwerkt die op dit moment door de EMG wordt gebouwd. Deze website, vp1878.nl, zal in het najaar online gaan, zodra alle gegevens compleet zijn. „Die website zal heel interessant worden voor RD-lezers”, verzekert Van Lieburg. „Je kunt er straks op familienaam of op plaatsnaam zoeken. Straks typ je Karels in, en dan krijg je over het hele land alle Karelsen.”
Het is de bedoeling dat er op vp1878.nl familiedossiers gaan ontstaan, aldus Van Lieburg. „We zullen mensen vragen om gegevens over hun voorouders toe te voegen, zoals beroep en kerkelijke achtergrond. We hopen natuurlijk dat mensen massaal deze gegevens gaan intikken. En dan wordt het voor ons spannend: wat komt er boven water? Is het voldoende om een studie over te publiceren? Dan kunnen we ook uitspraken doen over het profiel van de ondertekenaars.”
www.velehanden.nl
Warm lopen voor de christelijke school
Een paar jaar geleden had hij een discussie met dr. Fred van Lieburg over de historische wortels van de Biblebelt, zegt dr. C. S. L. Janse, socioloog en oud-hoofdredacteur van het RD. „We hebben toen gezegd: als je kijkt naar de ondertekenaars van het volkspetitionnement van 1878, welke regio’s zijn dan sterk vertegenwoordigd? Ik heb dat toen geanalyseerd en kwam tot de conclusie dat de Biblebelt daarin duidelijk herkenbaar is. Dat de namen van de ondertekenaars nu worden gedigitaliseerd is heel mooi. Mensen kunnen straks zelf op internet kijken of hun voorouders erbij betrokken waren.”
Voor zijn eigen voorouders, afkomstig uit Nieuw- en Sint Joosland op Walcheren, heeft Janse de check al uitgevoerd. In dit dorp tekenden 176 mensen de petitie, een derde van de bevolking. „Strikt genomen gaat het niet om handtekeningen maar gewoon om de naam met de voorletter”, zegt Janse. „Het is aardig om te zien dat in Nieuw- en Sint Joosland vrouwen veelal met hun meisjesnaam tekenden. Zo hebben mijn overgrootvader Samuel Janse en zijn vrouw Martina Kodde hun naam onder de petitie gezet. Ook zijn oom en diens vrouw hebben getekend. Samuels vader en moeder kom ik dan weer niet tegen. Zat daar iets achter, of is het er gewoon niet van gekomen?”
Het feit dat Janses voorouders tekenden, laat zien dat ze warm liepen voor het algemene probleem van de christelijke school, zegt Janse. „Mijn overgrootvader en -moeder waren lid van de ledeboeriaanse gemeente in Middelburg. Het lot van de christelijke school was voor hen meer een algemene kwestie, want concreet was het niet aan de orde. Ze hebben zelf hun kinderen niet naar school gestuurd vanwege het vereiste pokkenbriefje. Maar ze voelden kennelijk voldoende verwantschap met het orthodox-protestantse onderwijs om te tekenen.”